De blutsen in de American dream

Door Karel Vanhaesebrouck, op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Ik heb nooit echt van countrymuziek gehouden. Potsierlijke hoofddeksels, jankende violen (fiddle) en jodelende rednecks: country was niet meer dan een ergerlijke soundtrack voor een rit door Bush's Texas, een amalgaam van kitscherige en politiek bedenkelijke symbolen, met als enige lichtpunt in de duisternis de omvangrijke boezem van Dolly Parton, goed voor een verzekering ter waarde van 600.000 dollar. En toen kwam The Broken Circle Breakdown featuring the Cover-ups of Alabama.

Zo luidt de titel van een muziektheatervoorstelling van en met Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels (Compagnie Cecilia). Ik was erbij op de Gentse Feesten, afgelopen zomer (begin maart begint de voorstelling aan een indrukwekkende tournee door Vlaanderen, langs gemeenschapscentra, stadszalen en parochiezalen).

Voor de gelegenheid is de theaterzaal omgetoverd tot een gezellige club, met kleine ronde tafeltjes, rode lampjes, kaarsen en een huisband. We zijn er samen, zo blijkt, om het afscheid van Elise (Mieke Dobbels) te vieren: ze krijgt het verlies van haar te vroeg gestorven dochtertje niet verwerkt en wil met de nodige egards uit het leven stappen. Dat zelfgekozen afscheid wil ze samen met haar man Didier (Johan Heldenbergh) en haar band delen. Allen dragen ze een smetteloos wit cowboypak. Elise en Didier noemen elkaar Alabama en Monroe. Ze zijn zot van Amerika, het land van de onbeperkte mogelijkheden, en vooral van country music. Hij rijdt met een pick-up, speelt banjo, zij heeft witte laarzen en een cowgirljurk. Ze gaven elkaar het jawoord in Las Vegas en beleven samen hun Amerikaanse droom. Alleen doen ze dat niet in Texas of Alabama, maar in een Gentse voorstad. The Broken Circle Breakdown is hun vaarwel aan een gedeelde idylle die brutaal verstoord werd.

VOOR HET LEVEN GETATOEËERD

Samen leiden Elise en Didier een leven van builen en blutsen, een leven dat er na verloop van tijd gaat uitzien als de Buick van een Texaanse ranchbewoner. Het lijf van Elise is een lappendeken van cover-ups, van onhandige pogingen om de getatoeëerde namen van haar vorige lieven te verdoezelen. Slechts een naam laat ze staan, op haar boezem, dicht bij haar hart: de naam van haar dochtertje Maybelle, dat op zesjarige leeftijd overleed aan kanker. The Broken Circle Breakdown is niet alleen de kroniek van hun liefdesverhaal, maar vertelt ook het verhaal van een koppel dat er maar niet in slaagt hun leed te boven te komen. Heldenbergh en Dobbels baseerden zich voor hun tekst onder meer op gesprekken met ouders die een kind verloren en proberen dat verdriet onder woorden te brengen. Niet alleen de twee acteurs zijn fantastisch (beiden slagen ze erin hun personage concreet én bikkelhard voor onze ogen neer te zetten), de structurele opbouw van de voorstelling klopt als een bus. Muziek, gebracht door een band onder leiding van Patrick Riguelle, wordt afgewisseld met gesproken gedeelten, beide klikken naadloos in elkaar. De muziek fungeert niet alleen als de soundtrack van hun idylle en vervolgens van hun verdriet, maar vormt ook de rituele ruggengraat van het afscheid waar wij als kijker deel aan hebben. Wat aanvankelijk als een gezellige avond voorzien van de nodige streepjes muziek lijkt te beginnen, ontpopt zich dan ook gaandeweg tot een voorstelling met de impact van een mokerslag die je bijna aan den lijve het verdriet van Alabama en Monroe laat voelen. Voor de eerste maal werd ik me er in een theaterzaal van bewust dat ook ik, net als Didier, een vader ben, dat ook ik me amper het verdriet van een ouder die huilt om zijn kind, kan inbeelden. Dat dat verdriet niet te verwerken valt.

GOD IS EEN WORM

Twee basisthema's duiken voortdurend op in de voorstelling, als spoken uit het leven en de verbeelding van de twee personages: religie en het mythologische universum van de zuidelijke Amerikaanse staten. De eerste moet het ontgelden, de tweede fungeert als imaginaire vluchtroute voor hun verdriet. In een machtige tirade vergelijkt Didier religie, nochtans de drijvende motor achter zijn geliefde Amerika, met een lancetworm. Die parasiet nestelt zich via schapenuitwerpselen in de kop van mieren en maakt hen gek: de mier klimt de eerste de beste grasspriet op, en wordt zo opnieuw slachtoffer van het eerstvolgende schaap. Net zoals de worm voedt religie zich met de waanzin van de gelovigen, die zichzelf in hun razernij te pletter rijden. Religie brengt Didier dan ook danig in de knoop met zichzelf en vooral met zijn geliefde Amerika: precies in dat Amerika maakt religie immers het stamcellenonderzoek dat zijn dochtertje had kunnen redden, onmogelijk. Tegelijk kunnen ze in datzelfde Amerika even Alabama en Monroe zijn, en niet langer Elise en Didier. Het is een veruitwendiging van al hun miserie, maar even goed een vluchtroute naar een onmetelijk land waar je kan verdwijnen in de plooien van een geschiedenis en een gemeenschap.

De countrymuziek waar het koppel zo van houdt, vormt de link tussen de twee basispijlers van de voorstelling, tussen religie en Amerika, en verzinnebeeldt de onmogelijkheid of beter de onvolkomenheid van beide utopieën. Veel meer nog dan een muziekgenre is country een way of life die onder je vel gaat zitten. 'Country In My Genes' luidt dan ook de titel van een van de gekende standards van Loretta Lynn, die ook in de voorstelling gebracht wordt. Eerder dan een keuze is het een lotsbestemming (genetische voorbepaling speelt een belangrijke rol in het leven van Elise: zelfmoord zit immers in haar genetische structuur ingebakken) waar niet aan te ontsnappen valt, hoe smachtend Alabama ook 'Mammas, don't let your babies grow up to be cowboys' zingt.

Wie gaat graven in de geschiedenis van de muziek, komt al snel tot de vaststelling dat country veel meer is dan de belichaming van een exclusief blanke utopie. Meer nog: de muziek werd rechtstreeks geboren uit de multi-etnische smeltkroes van de New World en ontstond als een aangepaste versie van de volksmuziek geïmporteerd door Schotse, Ierse en Britse immigranten. Nadien ontwikkelde country zich langs twee dominante lijnen. De eerste lijn was militant en expliciet politiek geëngageerd. Zangers als Jimmy Rodgers bezongen onverbloemd de rauwe sociale realiteit van bijvoorbeeld de spoorwegarbeiders ('Waiting For A Train', 1928). Een tweede lijn koos dan weer voor een apolitieke, hevig geromantiseerde ode aan het cowboyleven, zoetgevooisd en stijf van de kleinburgerlijke waarden. De eerste lijn kende nooit veel succes, de tweede stroming groeide al snel uit tot epicentrum van de Amerikaanse mainstream. Hank Williams heeft bijvoorbeeld nooit een groot publiek gehad. Pas toen producer Mitch Millers de harde kantjes van zijn nummers ging veilen, in vertolkingen van Patti Page of Tony Bennett, vond zijn muziek een breder publiek.

DE ACHTERKANT VAN DE AMERIKAANSE MEDAILLE

Amerika heeft zijn eigen muzikale erfenis nooit echt begrepen, zo schrijft de Amerikaanse professor Barbara Ching in haar interessante boek Wrong's What I Do Best. Hard Country Music And Contemporary Culture (Oxford University Press, 2001). Muziek die tegen de stroom in ging, bewust de zelfkant van de Amerikaanse maatschappij opzocht en het oprecht opnam voor de underdog, werd na de Tweede Wereldoorlog gereduceerd tot een ongevaarlijke, kleinburgerlijke incarnatie van de Amerikaanse waarden. In 1974 prees Richard Nixon country music voor de wijze waarop die muziek 'the heart of America' incarneerde: 'It talks about family. It talks about religion... Country music makes America a better country.' Ook voor de ondertussen gepensioneerde Bush Sr., die in Forbes (1994) een essay aan het genre wijdde, bezongen countrymuzikanten in eerste instantie de waarden van hard werk en gehoorzaamheid: 'It captures the essence of the American spirit and portrays experiences that those who work hard and play by the rules can identify with.' Niet alleen beschouwen ze country als een eenvormig, monolithisch blok, beide voormalige presidenten hebben het in hun teksten enkel over de mainstreamvariant. Aan de achterkant van de medaille bevindt zich echter een fenomeen als hard country, een variant die bol staat van angst, woede, droefenis en spijt, maar die ook de humor en trots van de survivor ventileert. Die muziek is, in tegenstelling tot wat Nixon en Bush denken, verre van een eenduidige verheerlijking van een Amerikaans overzichtelijk leven: zij bezingt de pijn maar ook het paradoxale plezier die bij de teloorgang van de American dream horen.

Dat hebben de makers van de voorstelling perfect aangevoeld: ze tonen, via de liedjes, de barsten in die droom. Samen met de toeschouwers ontdekken Elise en Didier dat hun zelf gecreëerde utopie hen de ultieme vluchtroute niet kan bieden, dat een pick-up maar een echte pick-up is als ie voldoende geblutst is, dat elk leven een broken record is. Mainstream countryis schone schijn, keeping up appearances, terwijl hard country achter het mooie plaatje gaat kijken en laat zien dat elke zucht naar geluk meteen ook een bron van ongeluk is. Echte country doorprikt het Amerikaanse pastorale verhaal van eenzame cowboys, ondergaande zonnen en te ontdekken geluk, zo schrijft Ching: 'While mainstream country can be praised for its pastoral Americanism, hard country is either invisible or an odd place to visit where you surely wouldn't want to live.' Precies tot die ontdekking komen ook de personages in The Broken Circle Breakdown: met de dood van hun dochter ontdekken ze de gaten in hun eigen droom en komen ze tot de vaststelling dat hun zelf gecreëerde utopie, de Oost-Vlaamse versie van de Far West, ook zijn donkere en onverklaarbare kanten heeft, dat de eenzaamheid van de cowboy en cowgirl een werkelijke eenzaamheid is, ook al ben je met zijn tweeën. En die is allesbehalve romantisch.

In hun voorstelling spelen Heldenbergh en de zijnen niet alleen onbeschaamd én intelligent op de buik van hun toeschouwers, maar ze laten ook zien dat country niet 'fout' hoeft te zijn, en dat je je als theatermaker niet noodzakelijk van vette knipogen en dito ironie hoeft te bedienen om het genre te begrijpen. Ze laten je zien en voelen hoe muziek en verbeelding niet alleen een rol kunnen spelen in een moeizaam verwerkingsproces, maar tonen ook dat diezelfde muziek en verbeelding dat verdriet dubbel zo hard laten voelen. En ze tonen ons, via een imaginaire omweg, hoe belangrijk en tastbaar religie en de idealisering van een verleden ook hier in Vlaanderen zijn. Monroe en Alabama helen hun wonden met country, de Vlaming grijpt naar het levenslied. Beide verzachten de pijn, masseren die weg, om daarna dubbel zo hard terug te slaan. Nooit zal ik nog op dezelfde onverschillige manier naar die muziek kunnen luisteren.

Info en tourdata: www.compagnie-cecilia.be