Dat heet dan gelukkig zijn? De Paradies-trilogie van Ulrich Seidl

Door Luc Joris, op Fri May 10 2013 20:47:54 GMT+0000

Het moet van de jaren 1960 en de non-conformistische cinema van Pier Paolo Pasolini en Werner Herzog geleden zijn dat er in Europa nog een cineast is opgestaan die zo consequent de camera aanwendt om te provoceren en taboes te verdrijven als Ulrich Seidl. In de recente Paradies-trilogie Liebe, Glaube en Hoffnung is er andermaal geen gebrek aan gênante taferelen. Met een grijns wijst de Oostenrijkse cineast ons de weg naar het paradijs. Een gesprek.

Vanaf de jaren 1980 zagen een reeks opvallende documentaires van Ulrich Seidl (Wenen, 1952) met mondjesmaat het daglicht. De ingrediënten van zijn latere fictiewerk, waarin niet altijd duidelijk is wat authentiek en wat geënsceneerd is, zijn dan al aanwezig: controversiële topics, wrange humor en compromisloze gedragsstudies. Zo legt Seidl in Tierische Liebe (1995) de emotionele band van mensen met hun huisdieren op film vast. Alleen wordt het verontrustend grotesk wanneer blijkt dat ze de dieren als ersatzkinderen of -partner gebruiken in een poging de eenzaamheid te verdrijven. In Jezus, Du weißt (2003) peilt Seidl – hij kreeg zelf een strikt katholieke opvoeding – dan weer naar het intieme contact van enkele devote gelovigen met Jezus. Hun weinig verheffende of belachelijk naïeve gebeden verraden vooral dat deze overtuigde christenen niemand hebben met wie ze kunnen praten over hun angsten, verlangens en problemen.

Maar hoe genadeloos Seidl ook deze mensen en hun fouten in statische tableaus vastnagelt, hij toont ook medeleven. Vergelijk het met een subversief krasspel: achter het spotzieke deklaagje schuilt een wereld waarin met veel empathie naar de mens gekeken wordt. En wat zichtbaar wordt op de meest intieme momenten, is allesbehalve mooi of behaaglijk. Wie het beschaafde vernislaagje wegschuurt, ontdekt de beangstigende waarheid over de condition humaine en de donkere kant van de samenleving. Het is niet voor niets dat Seidl ‘ein Poet des Trostlosen’ genoemd wordt. Of hij nu mee op stap gaat met enkele Weense krantenverkopers uit het Aziatische migrantenmilieu (Good News, 1990), achter de schermen van de modellenwereld kijkt (Models, 1998), vlijmscherp de uiterlijk keurige maar wrede wereld van villawijken doorprikt (Hundstage, 2001) of de menselijke exploitatie en vernedering hekelt binnen de contouren van de migraties tussen Oost en West (Import/Export, 2007). Seidl koppelt altijd een bestudeerd voyeurisme en een ironisch pessimisme aan een verlangen om de waarheid te kennen, één die de mens ontmaskert in al zijn ondeugden, dwaze handelingen en wanhopige hunkering naar geluk.

57_Joris_Paradies-Liebe 3.jpgDie zoektocht naar geluk drijft ook de personages in de Paradies-trilogie. Oorspronkelijk wilde Seidl één film maken in drie episoden over een trio vrouwen dat zijn vurige verlangens wil bevredigen omtrent liefde, seksualiteit en tederheid. Hij slaagde er in om de negentig (!) uur beeldmateriaal terug te brengen tot een epische film van zes uur, maar de formule werkte niet. Seidl besloot dan maar om er drie films van te maken, gebundeld als Paradies – Liebe, Glaube, Hoffnung. Her en der is er geschreven dat die titel een verwijzing is naar het gelijknamige sociale ‘Fräuleinuntergangsdrama’ uit 1932 van Ödön von Horváth, een Oostenrijks-Hongaars schrijver die in verschillende van zijn werken voor de opkomst van het fascisme waarschuwde. Hoewel Seidl toegeeft dat hij het werk in zijn jeugd gelezen heeft, is hij formeel: het stuk heeft geen enkele invloed uitgeoefend.

In het eerste deel ParadiesLiebe wordt het sekstoerisme in Afrika gehekeld via een blanke en corpulente verpleegster annex ‘sugar mama’ van middelbare leeftijd. In een luxevakantieoord in Kenia gaat ze op zoek naar seks met inheemse beach boys. Wie van wie profiteert, is echter niet altijd duidelijk. In Liebe wordt evenzeer de seksuele exploitatie aan de kaak gesteld als dat er pijnlijk openhartig gegraven wordt naar de zoektocht van deze vrouwelijke neokolonialist naar oprechte genegenheid.

Een verontrustend portret van menselijke eenzaamheid waarin Seidl, zoals in al zijn films, geen oordeel velt of moraliseert, maar belangrijke vragen stelt

Glaube is dan weer een onontkoombare en venijnige aanval op godsdienstwaanzin en religieus fanatisme. De bijzonder vrome protagoniste, de vijftigjarige zus van het hoofdpersonage uit Liebe, trekt er in Oostenrijk met het Mariabeeld op uit om zieltjes te winnen. Haar reactionaire en aan een rolstoel gekluisterde moslimechtgenoot heeft het alsmaar moeilijker met haar blinde geloof. De ontmaskering van de valse piëteit, het idee van de zonde en de seksuele frustraties leiden tot een verboden blik op sadomasochistische aandriften als Anna Maria zich bevredigt met een crucifix.

In Hoffnung ten slotte vertrekt het dertienjarige nichtje van Anne Maria naar een dieetkamp voor zwaarlijvige tieners. De verstikkende tucht die er heerst, staat haaks op de ongeordende gevoelens van de zoekende en twijfelende adolescenten, iets wat visueel geaccentueerd wordt door de strakke symmetrische beelden – Seidls handelskenmerk – gefilterd door het Tati-achtige klinische gagminimalisme. Als ze verliefd wordt op de dokter van het kamp waant de puber zich even in het paradijs. Maar de arts vecht tegen deze onmogelijke liefde en Seidl gaat – toch wel verrassend – de provocatie uit de weg. Op die manier schijnt er op het einde zelfs een straal van paradijselijke verrukking door deze buitengewone trilogie. Al blijft ook dit een verontrustend portret van menselijke eenzaamheid waarin Seidl, zoals in al zijn films, geen oordeel velt of moraliseert, maar belangrijke vragen stelt. Een gesprek.

Op de homepagina van uw website staan verschillende beschrijvingen over u: van sociale pornograaf en cynicus tot pessimist. Maar de meest opvallende is ‘Menschenverachter'.

‘Al de termen die je op mijn site vindt, zijn termen die in de media opgedoken zijn. Zo zie je maar hoe onverbiddelijk ik door journalisten ingeschat word. Ik ben nochtans helemaal geen mensenhater. Ik zou geen films maken zoals ik ze maak. Ik zou me niet met mensen, hun lot en hun levensomstandigheden bezighouden. Bovendien kan ik me altijd identificeren met de personages uit mijn films. Ze verkennen onze afgronden en donkere schemergebieden. Ik veroordeel ze ook niet. Zelfs wanneer ik de donkere kant van de mensen toon, zoek ik naar iets waardigs. Er schuilt zoveel poëzie in onze westerse samenleving. En mijn thema dat daarbij altijd terugkeert, is dat van de eenzame die alsmaar meer vereenzaamt in deze wereld.’

57_Joris_Paradies-Glaube.jpgUw films zoeken vaak de grens op van het draaglijke en het tolereerbare. Gelooft u dat de toeschouwer zichzelf in vraag gaat stellen door een confrontatie met iets wat hij niet wil zien?

‘Dat is toch de bedoeling. Het doel is dat de toeschouwer ook begrijpt dat hij zichzelf ziet en dat hij bij zichzelf ten rade gaat. Daarom zijn de films ook zo authentiek. Voor de toeschouwer is het geen kunstmatige wereld, maar een wereld waarin hij kan en zou moeten deelnemen. Ik merk ook aan de reactie van de toeschouwers dat mijn films blijven doorwerken. Ook al ergert de kijker zich of wordt hij agressief bij sommige scènes, de film werkt nog enkele dagen na. Mijn films laten de toeschouwers niet met rust, ondanks het feit dat ze een andere mening hebben. Het is logisch dat ze pijn doen en voor ongemak zorgen: niemand vindt het fijn om een spiegel te worden voorgehouden. Maar dat wil ik juist doen. Uiteindelijk is het een verrijking voor iedereen als men zichzelf in iets herkent.’

Seksualiteit is een rode draad in de trilogie. En dat vaak op een heel confronterende manier. Wat wilt u daarmee uitdrukken?

‘De seksualiteit in de Paradies-trilogie heeft met lichamelijkheid te maken. Vrouwelijke lichamelijkheid in het bijzonder. In Liebe beantwoordt de zwaarlijvige en oudere Teresa niet meer aan ons schoonheidsideaal. Daarom gaat ze in Afrika op zoek naar een geliefde, op een plaats waar haar uiterlijk en leeftijd geen rol spelen. In Glaube situeert de lichamelijkheid zich op het gebied van het geselen, het zelf pijnigen van het lichaam. In Hoffnung vind je het thema terug via de dochter die aan obesitas leidt. Eigenlijk zit dat thema in bijna al mijn films. Vaak gaan ze ook over de machtsstrijd tussen de seksen. En die heeft altijd met seksualiteit te maken. Seksualiteit is een drijvende kracht in ons leven. Iedereen is ook bepaald door zijn seksualiteit: hoe je het als kind beleefd hebt of hoe je het in je leven ervaart. De manier waarop ik seksualiteit toon, heeft niets animerend of stimulerend. Mijn seksualiteit schrikt eerder af omdat men deze aard van andere lichamelijkheid helemaal niet wil zien.’

Er schuilt zoveel poëzie in onze westerse samenleving

Geldt dat ook voor de mensen met een handicap of de demente mensen die regelmatig in uw films worden opgevoerd? Zo opent Paradies – Liebe met mentaal gehandicapten in botsauto’s op een foor, terwijl ze in Glaube een orgiescène beleven in een openbaar park.

‘Wat doet onze maatschappij met mensen die ziek, oud of niet goed snik zijn? Men stopt ze weg. Ik ben daar tegen. Het zijn mensen die voortdurend gecatalogiseerd worden en die alleen nog maar afgezonderd mogen leven. Tegenwoordig zie je op straat geen mensen meer met een mentale handicap. Mij bevalt dat niet en dan vind ik ook dat je dat moet zeggen. Mensen komen me vertellen dat ik dat niet mag tonen, juist omdat ik de kijker verplicht om een moreel standpunt in te nemen over mensen van wie men de burgerlijke rechten afgepakt heeft. Dat geldt ook voor de derde film. Hoeveel mensen me zijn komen vertellen dat ik geen dikke jongeren mag tonen …’

Ik ben geen atheïst of agnosticus, ik ben een gelovige’****, heeft u ooit eens gezegd. Denkt u dat een film als Paradies – Glaube de mensen dichter bij God of het geloof kan brengen?

‘Ik weet niet of ik dat ooit gezegd heb, maar ik ben in geen geval een atheïst. Ik ben een god zoekende. Het geloof zoals ik dat in de Glaube-film toon, wil de katholieke kerk niet zien. Ik toon een vrouw die in het geloof wegvlucht omdat ze in haar leven geen voldoening meer vindt. Vandaar dat ze ook Jezus liefheeft, hem als haar minnaar neemt en ook seksueel naar hem gaat verlangen. De kerk en de gelovigen willen dat niet erkennen omdat ze het afschrikwekkend vinden. Maar voor sommige kloosterzusters of zeer gelovige vrouwen is Jezus natuurlijk hun geliefde met wie ze ook seksueel verkeer willen hebben. Dat is een voldongen feit. Wat ik in feite wil tonen, is een vrouw die in haar blinde liefde voor Jezus de naastenliefde, de werkelijke menselijke liefde vergeet.’

57_Joris_Paradies-Hoffnung 2.jpgHet laatste deel, Hoffnung, is het meest optimistische van de trilogie. Heeft de mensheid toch nog een toekomst?

‘Als ik een pessimist zou zijn, zou ik geen films maken om de mens en de wereld te schilderen. Natuurlijk is het moeilijk om in de mensen te geloven als je naar de wereld rondom kijkt. Maar je moet het toch doen. Het valt ook zwaar om toe te moeten geven dat de mens niets uit de geschiedenis leert. En dat geweld en oorlogen altijd opnieuw de kop op steken. Dat is moeilijk om te aanvaarden, nee? Dat maakt het zo zwaar om voor verandering te vechten en het geloof te behouden dat de mens kan veranderen.’

U kaart ook regelmatig een thema als migratie en de sociale tegenstellingen tussen Oost en West aan. Hoe ziet u de toekomst van Europa na de huidige financiële crisis?

‘De geschiedenis leert ons dat je de toekomst niet kan voorspellen. En op politiek gebied al helemaal niet. Wie had de val van het communisme zo snel zien aankomen? Voor mij was het toen wel al duidelijk dat de trein van het kapitalisme gevaarlijk hard voortdenderde en dat het uiteindelijk negatief zou uitdraaien. Misschien nog erger dan bij het communisme. De spanningen in de samenleving zullen alleen maar toenemen. We stevenen af op een onrechtvaardige wereld waarin arbeidskrachten uitgebuit worden en andere zeer welgesteld zijn. En ergens op een dag zal dat slecht aflopen. De economie regeert en de politiek doet wat de economie vraagt. We zouden het zo ver moeten kunnen krijgen dat de politiek de economie dicteert. Dat zou er moeten veranderen. Als dat niet gebeurt, zullen de mensen ook het geloof in Europa verliezen.’

En waar bevindt zich het paradijs voor de eenentwintigste-eeuwse mens?

‘Het paradijs is een oord waar we naar verlangen. De mens is altijd op zoek in het leven. Hij verlangt naar geluk. Maar het paradijs bestaat niet, alleen de zoektocht ernaar. Elke tijd heeft zijn fouten en gebreken en zo hoort het ook. Maar een paradijs? Nee. We kunnen alleen maar hopen dat het niet alsnog een hel wordt.’

Paradies_Hoffnung _speelt in België sinds 1 mei, en in Nederland sinds 9 mei.

Luc Joris is freelance filmjournalist en -recensent en schrijft voor media als 'De Morgen' en 'Knack Focus'.