Dansen op een druk kruispunt

Door op Tue Oct 16 2007 16:34:06 GMT+0000

Niemand die in dans meer bekendheid geniet dan Anne Teresa De Keersmaeker. Waaraan ze die faam verdient? Zeitung, na de Parijse première nu in eigen land te zien, toont hoe de Keersmaeker er met haar gezelschap Rosas blijft in slagen om traditie te vertalen in vernieuwing. Concreet onderzoekt ze in deze creatie verder de interactie tussen dans en muziek binnen hun historische context. Het is een wankelend bewegen in het ongerede, dansen op een druk kruispunt.

Het decor van Zeitung, ontworpen door de Nederlandse toneelschrijver en scenograaf Jan Joris Lamers, vormt met zijn eenvoud en ruimtelijkheid het perfecte kader voor de voorstelling. De dansers bewegen zich in een grote open ruimte, omgeven door een vijftal raamachtige objecten. Enkel wat stoelen en de vleugelpiano van Alain Franco breken die empty space, die alle mogelijkheden aan de dansers laat. Zo heeft de Keersmaeker dans ook altijd opgevat: als een zoeken naar de naakte essentie van de choreografie, naar de grootst mogelijke eenvoud binnen de complexiteit van lichaam en wereld.

Dat Alain Franco, ervaren Bach-pianist, toch zo dominant in dat open beeld opduikt, is niet toevallig. Hij vervult binnen de voorstelling een dragende rol. Van aan zijn piano overvalt hij het publiek met een vreemde aaneenschakeling van drie chronologisch sterk uiteenlopende componisten: Bach, Schönberg en Webern. Samen bieden ze een muzikale puzzel vol stijl- en tijdscontrasten, die nog extra in de verf gezet worden doordat Bach live wordt uitgevoerd, terwijl van de moderne Schönberg en Webern opgenomen orkestraties weerklinken. Wanneer Franco beslist zijn spel te stoppen en het werk even aan de cd-speler te laten, dompelt die bruuske overgang zowel dansers als publiek bijna moedwillig in een koud bad. De wiskundige perfectie van Bach lijkt totaal te botsen met het abstracte formalisme van Schönberg en zijn leerling Webern. Maar doorheen de voorstelling groeien ze toch geleidelijk naar elkaar toe. Je gaat als kijker in Webern de invloed van Bach herkennen, net zoals je Bach begint te begrijpen als voorloper van Webern.

Dit spel van oorzaak en gevolg wordt symbolisch geïntroduceerd wanneer een orkestratie van een zesstemmige fuga van Bach door Webern afgespeeld wordt. Waar Bach zich beperkte tot het klavier, voegde Webern de klankkleur van verschillende instrumenten aan het contrapunt toe. Zo is de twintigste-eeuwse componist erin geslaagd een gevoel van perspectief toe te voegen aan de barokke fuga. De essentie van dit wisselspel is een soort filosofisch statement van Anne Teresa De Keersmaeker: ze haalt de kunst uit haar narcistische isolement en plaatst ze terug in haar historische context. Ze wijst erop dat kunst steeds bouwt op een verleden en tegelijk haar stempel zal drukken op de toekomst.

Muziek is in het werk van De Keersmaeker altijd cruciaal geweest. Reeds in Fase, four movements to the music of Steve Reich, haar officiële debuut én internationale doorbraak van 1982, verdiepte ze zich in de raakvlakken tussen muziek en dans. Na de repetitieve minimal music van Steve Reich begon ze in haar creaties ook andere, heel uiteenlopende muzikale stijlen en periodes te verwerken: van Indische muziek tot John Coltrane, van Wagner en Beethoven tot John Cage. Het is juist die zin voor experimentele combinaties tussen diverse kunstvormen, resulterend in grensverleggende Gesamtkunstwerke, die De Keersmaeker net als Alain Platel en Jan Fabre internationaal zo belangwekkend maakte. Ze verlegde de grenzen van dans door er andere disciplines in te betrekken.

In Zeitung zet De Keersmaeker dat onderzoek verder door te focussen op een wisselwerking tussen tegenstellingen en overeenkomsten. Ze creëert tussen verschillende periodes een spel dat het contrast tussen harmonie en atonaliteit tastbaar maakt als een open (want paradoxale) vraag aan het publiek. Waar is de harmonie als we die niet zien maar slechts voelen? Waar kunnen we eenvoud vinden binnen het complexe samengaan van dans en muziek?

VISUELE CANON

Het antwoord schuilt in de poëzie van de beweging in Zeitung. Meteen valt op dat ook die een ordenend principe van eenvoud volgt. Soms gaat het om erg letterlijke aanwijzingen, zoals in de passages waarin de dansers met touwen meetkundige figuren op het podium trekken. Vanuit de wiskundige perfectie van de cirkel, verwijzend naar de metrische helderheid van Bach, zoeken ze hun positie op het podium door zich onderling te verhouden als getallen. Maar een nog belangrijkere manifestatie van die eenvoud is de puurheid van de bewegingen en de relatie die zij aangaan met de muziek. Met een oogstrelende soepelheid worden de mogelijkheden van het eigen lichaam afgetast. Meermaals leidt dat tot verrassende, schijnbaar misvormde bewegingen waarbij lichaamsdelen niet meer op de juiste plaats lijken te zitten. Armen en benen draaien in hoeken waarmee wij onszelf enkel pijn zouden doen. Dat is nieuw bij De Keersmaeker. Waar uit haar vroegere voorstellingen vooral vloeiende perfectie sprak, wordt in Zeitung ook het imperfecte een cruciaal deel van haar artistieke expressie. Daarnaast draait het in heel wat stukken om de onderlinge verhouding van de lichamen. Die spelen op elkaar in of slaan een eigen weg in, versmelten of contrasteren, worden nagebootst of gaan zelf imiteren. In de lijn van de muziek krijg je een spel tussen unisono en contrapunt, tussen een- en meerstemmigheid.

Opmerkelijk is wel dat die bewegingen het ritme en de melodie van de muziek niet volgen, maar er toch uit lijken voort te vloeien. Ze worden als het ware opgewekt door de eigenlijke energie van de muziek. Zo gaan de composities van Bach vaak gepaard met speelse, bijna kinderlijke bewegingen. Spectaculair zijn bijvoorbeeld twee passages, gedanst door vooral de mannelijke helft van het gezelschap, waarin het contrapunt of de meerstemmigheid van de muziek een intense explosie van energie veroorzaakt en de dansers aan de zijlijn letterlijk staan te springen om zich mee in het geheel van stemmen te storten. Je krijgt een grandioze visualisering van een muzikale partituur, waarbij bewegingen elkaar opvolgen, inhalen en herhalen als stemmen in canon. Uiteindelijk volgt een overweldigende climax, waarin alle negen dansers zich tegelijk in een geordende chaos over het podium laten glijden.

In de choreografieën die daarentegen door Webern worden gestuurd, speelt er een verschil tussen de vroege en de late Webern, tussen zijn negentiende-eeuwse romantiek en zijn twintigste-eeuwse abstract modernisme. Waar in zijn werk aanvankelijk een romantisch narcistisch ik centraal staat, wordt die bij de late Webern steeds meer ontwricht tot een gefragmenteerd zijnsgebrek. Hoe verder je als kijker in die evolutie meegaat, hoe meer je voelt dat ook de dansers op zoek moeten gaan naar een houding, naar een plaats op het podium, naar zichzelf. Hun bewegingen verlopen minder soepel, minder doelgericht. Het gevoel van zinloosheid dat Weberns muziek aan de oorlogsjaren overhield, vertaalt zich ook bij jou als kijker in een soort algemene verwarring.

Zo voelt Zeitung aan als een schommelend aftasten van de grenzen tussen complexiteit en eenvoud, tussen harmonie en disharmonie. Alles rondom ons is ingewikkeld, en het gaat erom die chaos te vatten in een ordenend en bijna wiskundig principe van eenvoud. De contrapuntische muzieklijnen die repetitief door de voorstelling lopen, zijn van die structurering het voortdurende bewijs, en De Keersmaeker gaat ze dan ook bijna letterlijk in haar dans integreert. Maar tegelijk zorgt ze met een opmerkelijk groot improvisatieaandeel dat ze nooit het gevoel uit het oog verliest. Met die spontaniteit van het moment houdt ze het geheel in balans. Het is ook net in dat evenwicht dat de sleutel van de voorstelling schuilt: binnen De Keersmaekers zoektocht naar eenvoud wordt improvisatie terug opgewaardeerd als een essentiële bouwsteen van de choreografie, op de golven van energie die de muziek in de dansers opwekt. De verschillen lossen zich op. Ook al voel je die spontane energie vaak bijna letterlijk bij de dansers opborrelen, toch is het moeilijk een duidelijk onderscheid te blijven maken tussen choreografie en improvisatie. Wat is afgesproken, wat impulsief? Hoe dan ook viert spontaneïteit hoogtij.

Met Zeitung als baken van eenvoud opent Anne Teresa De Keersmaeker alle deuren naar het publiek. Contradicties versmelten en brengen elkaar in evenwicht: warme gevoelens worden uitgebeeld met kille rationaliteit, spontane improvisaties komen tot leven door geometrische structuren en onverenigbare historische momenten gaan zich toch met elkaar verweven. Vooral dat laatste maakt van deze nieuwe creatie een herkenbaar en toch uitzonderlijk Rosas-product. Als dans de overdracht is van oud materiaal in het vernieuwende heden (omdat zo'n proces noodzakelijk via het lichamelijke geheugen, van lichaam op lichaam gebeurt), dan verloopt die overdracht hier volledig parallel met de muziek. Al zoekend naar de geheime mogelijkheden van ons eigen lichaam in relatie tot muzikale composities, brengt De Keersmaeker opnieuw ideeën in beeld waar elke kijker zijn gading in vindt.

Van 6 tot 15 maart in het Kaaitheater, Brussel (02/201.59.59). Daarna op tournee tot 24 mei. Info: www.rosas.be