Culturele projecten binnen de gevangenis

Door op Thu Dec 19 2013 08:44:12 GMT+0000

Het basisrecht op cultuur geldt ook voor gedetineerden. Zo zie je steeds vaker artistieke organisaties aan de slag gaan in de gevangenis. Alleen zit er, leren getuigenissen van zowel gevangenisdirecteurs als sociaal-culturele betrokkenen, nog te veel ruis op de samenwerking. Vele projecten botsen op de gevangenisstructuur. Hoe kan het beter?

Eén ding is zeker: ze trekken de aandacht, deze projecten, en niet uitsluitend in de culturele sector. Zo reiken de gedetineerden van Merksplas al elf jaar lang een eigen award uit voor het filmfestival MOOOV. In juni liep in de Brugse gevangenis het project Women on Stage, een kleinschalige muziekvoorstelling met de vzw Vorming PLUS. En tot voor kort kon je in de gevangenis van Mechelen een bezoek brengen aan Contour 2013, de zesde Biënnale voor bewegend beeld. Met de regelmaat van de klok poppen dit soort projecten op, alsof er van de gevangenis een magnetische werking uitgaat, zeker voor een cultuursector die op zoek is naar extra maatschappelijke inbedding. Waarom? En hoe?

59_DeRycke_1_ENW_1.jpgEen organisatie die al lang investeert in cultuur in de gevangenis, is de sociaal-artistieke organisatie Victoria Deluxe. In het najaar van 2012 presenteerde het in de Gentse gevangenis Een Nieuwe Wandeling: een muzikale theatervoorstelling met gedetineerden op scène, in navolging van eerdere producties als Het huis dat tussen de doornen staat (2004) en Hotel California (2009). De idee achter deze projecten laat zich lezen in één repliek van een gedetineerde uit het script voor Een Nieuwe Wandeling: ‘In plaats van dat anderen een verhaal over u maken, moet ge ervoor zorgen dat ge zelf uw verhaal kunt maken.’

Schone mensen achter de muren

November 2012. Je loopt als toeschouwer niet zomaar binnen in de Gentse gevangenis. Iedereen heeft al een paar weken voor de voorstelling zijn persoonlijke gegevens moeten doorgeven, inclusief een scan van zijn identiteitskaart. Ook ter plaatse worden je persoonlijke spullen één voor één gescand, voor ze in een locker gaan. Voor vele toeschouwers is het de eerste keer dat ze de oude stervormige gevangenisstructuur vanbinnen aanschouwen. Cipiers glimlachen, maar lijken elke stap nauwlettend in de gaten te houden. In de cinemazaal stijgen de verwachtingen. Na een speech van de trotse gevangenisdirecteur Luc Stas doven de lichten.

We krijgen een videofragment van een wat oudere vrouw te zien. ‘Het is mij nooit gelukt om te ontsnappen’, begint ze. Wat later komen de spelers op en overvalt je het besef dat 'ze' niet zoveel verschillen van ons, kijkers in de zaal. Moeiteloos sleept de combinatie van tekst, geluid, beeld, muziek en zang je mee in het roerende verhaal van de spelers. Het leven is een voetbalveld, vertellen ze, waarvan zij degenen zijn die met rood naar de kleedkamer zijn gestuurd. Er zijn lijn- en scheidsrechters, maar ook fouten die onbestraft blijven, hoe oneerlijk ook. Hun vurigste wens is om terug mee te mogen spelen op het veld…

Een Nieuwe Wandeling is duidelijk van de gedetineerden zelf. Dat eigenaarschap zorgt in de zaal voor een sfeer van appreciatie, maar ook verbijstering en ontroering. Achteraf beloont het publiek de spelers met het enige wat het hen kan geven: een eindeloos lijkende staande ovatie. Na de voorstelling volgt ook een stroom van positieve reacties in de media. ‘Zelden heb ik zo’n aangrijpend stuk gezien’, bericht senator Bert Anciaux. ‘Bedankt! Dit is echt schoon en puur. Verdomme, schone mensen achter de muren.’

Sommige projecten blijken dus een succesverhaal, andere een lovenswaardige aanzet tot meer. Maar hoe zit het achter de schermen? Is de weg geëffend voor wie zich geroepen voelt om zich op dit terrein te engageren? Of blijven er struikelblokken? Eerst het politieke kader.

Bevoegdheid voor het verlenen van een basisrecht

Omdat cultuur een fundamenteel recht betreft, is de Vlaamse overheid verplicht om cultuur aan te bieden aan zijn burgers in de gevangenis. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. De Vlaamse Gemeenschap is wel bevoegd voor de dienstverlening aan gedetineerden, maar justitie (o.a. strafuitvoering en gevangenispersoneel) valt onder de bevoegdheid van de federale overheid. Al bestaat tussen het regionale en het federale niveau een samenwerkingsakkoord, in de praktijk blijkt die afstemming een lastige oefening. Elke verandering is dus aartsmoeilijk en heeft een impact op de hele penitentiaire constructie. Het zou echter verkeerd zijn om aan te nemen dat verandering niet mogelijk of wenselijk is.

59_DeRycke_2_6702626469_03869fb2c9.jpgZo keurde het Vlaams Parlement  op8 maart 2013 een nieuw ontwerpdecreet goed voor de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Dit werd door overkoepelende beleidsteams vertaald in meer concrete actieplannen voor de gevangenissen. De uitvoering ervan is per gevangenis de taak van het coördinatieteam. Het decreet is nu in werking, en vanaf de volgende Vlaamse Regering zal er per legislatuur een strategisch plan opgemaakt worden.Ook in 2000 stelde de Vlaamse Regering al zo’n strategisch plan op. Voor cultuur heeft dat in de praktijk wel wat veranderd. Terwijl gevangenissen voor de staatshervorming van 1980 amper een zinvol cultureel aanbod hadden, bestaan er nu culturele initiatieven in meerdere vormen. Sociaal-artistieke projecten zijn daar slechts een deel van. In de eerste plaats telt elke gevangenis een sociaal-culturele basiswerking.

Alleen verschilt de aandacht voor cultuur sterk per gevangenis. Erg actief is de gevangenis van Oudenaarde. ‘Sinds de bevoegdheidsverdeling ben ik niet opgehouden met op de deuren van de gemachtigde instanties te kloppen, met de vraag om hun verantwoordelijkheid te nemen’, zegt inrichtingshoofd Hans Claus.‘Mijn uitnodiging luidt: beste bibliotheek, beste kunstacademie of Centrum voor Volwassenenonderwijs, ... wees welkom bij ons!’ Maar zo gaat het lang niet overal. Dat er geen specifieke criteria zijn voor wat er ingericht moet worden, roepen gevangenissen vaak als reden in om dan maar géén lessen of ateliers in te richten.

Personeelstekort

In alle gevangenissen in Vlaanderen en Brussel zijn het de beleids- en coördinatieteams die het cultuuraanbod aansturen en toewijzen aan al dan niet erkende of gesubsidieerde organisaties. De belangrijkste organisatie voor sociaal-culturele en sportieve participatie in de penitentiaire sector is De Rode Antraciet vzw. Zijn team SCW (Sociaal-Cultureel Werk) voorziet elk jaar een vast aanbod van sociaal-culturele projecten waarop gevangenissen kunnen intekenen. Tegelijk worden alle Vlaamse en Brusselse gevangenissen uitgenodigd om ook zelf voorstellen te doen bij het team SCW. Voor sommige culturele activiteiten of sociaal-artistieke projecten gaat De Rode Antraciet ook partnerships aan met externe organisaties. Zo stonden op zijn agenda voor 2013 ook het project 'Prison Art Project', een klassiek concert, een project 'Stop de tijd' (rond de Culturele Erfgoeddag) en 'Slam poetry'.

Dominique Willaert van Victoria Deluxe werkte met De Rode Antraciet samen voor Een Nieuwe Wandeling en vindt dat de organisatie goed werk levert. ‘Alleen is ze onderbemand en dus te weinig aanwezig om alle aspecten tijdens de uitvoering van projecten goed in te schatten.’ Die mening wordt gedeeld door betrokkenen binnen en buiten de gevangenis, ook door de medewerkers van De Rode Antraciet zelf. Momenteel beschikt De Rode Antraciet over ongeveer vier voltijdse medewerkers (SCW) voor alle (zestien) Vlaamse gevangenissen om een sociaal-cultureel aanbod binnen te brengen – terwijl er naar eigen zeggen idealiter minstens één deeltijdse kracht rond SCW kan werken binnen elke gevangenis. Dus blijft De Rode Antraciet aan het kabinet signaleren dat er meer personeel en middelen nodig zijn. Politici zetten hier niet op in, maar verwachten wel overal een kwalitatief sociaal-cultureel aanbod.

Een aanbod van buitenaf is vaak niet overeenkomstig met de vraag van binnenuit

Dat personeelstekort zorgt er ook voor dat De Rode Antraciet de gevangenissen op papier wel uitnodigt om eigen voorstellen in te dienen, maar sinds 2011 minder rekening kan houden met hun specifieke interesses. Hun budget dient vooral om het algemene aanbod te financieren. Zo lijkt de vzw over heel Vlaanderen en Brussel wat hetzelfde te doen. Nochtans zijn de instelling, de interesse en de infrastructuur in elke gevangenis heel anders. ‘Een aanbod van buitenaf is vaak niet overeenkomstig met de vraag van binnenuit’, aldus Hans Claus. ‘Zo vroeg ik in het verleden wel eens therapie voor seksuele delinquenten en een modernisering van de gevangenisbibliotheek. Ik kreeg daarentegen een sportfunctionaris.’ Claus blijft dan ook meer heil zien in een vaste medewerker die inspeelt op wat er spontaan groeit in een gevangenis.

Weinig coherentie

Dat er tussen de gevangenissen zulke grote verschillen bestaan in sport- en sociaal-cultureel aanbod, ligt ook aan de grote invloed van de directeur op het reilen en zeilen binnen de muren. De Gentse gevangenis is een van de strafinstellingen waar voor cultuur het meeste mogelijk is. De gevangenis van Oudenaarde telt dan weer verschillende werkgroepen van gedetineerden die zelf activiteiten organiseren. Tegelijk heeft Claus er in Oudenaarde voor gezorgd dat Woord (taalvaardigheid) een plaats kreeg, en wil hij nu ook danslessen aanbieden. Als inrichtingshoofd richt hij liever zelf iets in, meer op basis van wat hij wenselijk acht dan op onderzoek naar de behoefte. ‘Als de instanties het zelf doen, mogen ze het komen doen, anders doe ik het. Maar al wat zij willen doen, is voor mij ook goed.’

59_DeRycke_4_cipiers.jpgEr zijn een aantal gevangenissen die een traditie hebben om ateliers in te richten. Gent en Ruiselede hebben een keramiekatelier, Ieper heeft een open atelier – net als Brugge, waar het tijdelijk opgedoekt geweest is. Het probleem is vooral dat ateliers niet structureel zijn ingebed. De Rode Antraciet is vragende partij om in elke gevangenis standaard een begeleid open atelier in te richten, waar de gevangenen minimaal één keer per week heen kunnen. Dat is momenteel in de meeste gevangenissen niet het geval.

Veel heeft te maken met het beschikbare budget, dat iedereen het grootste pijnpunt noemt. Voor elk extra cultureel of artistiek project is het altijd eerst zoeken naar financiële middelen. ‘Het politieke klimaat verwacht dat we dezelfde of meer kwaliteitsvolle diensten verlenen met steeds minder middelen’, stelt Koenraad Polfliet, beleidscoördinator van de Gentse gevangenis. Hij zorgt voor de planning en de afstemming van alle diensten die gevangenissen volgens het actieplan moeten verlenen aan gedetineerden. Polfliet maakt afspraken met een dertigtal organisaties, voor een zo groot en divers mogelijk aanbod binnen de beschikbare tijd van de gevangenen. Zo probeert elke gevangenis vaste creatieve ateliers te voorzien, maar daar slagen ze duidelijk nog niet in.

Ook op vele opleidingsprojecten binnen gevangenissen is er bespaard. De gemiddelde Vlaamse kiezer zit nu eenmaal niet te wachten op meer geld voor gedetineerden, laat staan als dat een culturele bestemming heeft. Het gaat er financieel op achteruit, concludeert Hans Claus. ‘Ik heb lang gevochten voor de vooruitgang, nu vecht ik tegen de achteruitgang. Risico, veiligheid, analyses: op zich is dat allemaal onvoldoende.’ Vele geplande projecten kunnen niet doorgaan of worden bij gebrek aan middelen afgekeurd. In de gevangenis van Ruiselede is een drama-atelier on hold gezet. Voor Een Nieuwe Wandeling kwam er pas een dag voor de première uitsluitsel over de middelen. Voor de organisatoren is die onzekerheid frustrerend.

Diepere problemen en spanningen

Onder die beleidsmatige en budgettaire euvels steekt bij culturele projecten in gevangenissen nog een diepere spanning: de filosofie achter de aanpak van gedetineerden. Justitie is verticaal georganiseerd, terwijl sociaal-artistieke organisaties veeleer een horizontale structuur hanteren. Zo kiest Victoria Deluxe voor een emanciperende, bevrijdende logica die sterk contrasteert met de controlerende functie van de gevangenisdirectie en haar personeel. Volgens Dominique Willaert komt het erop aan van elkaar te leren. ‘Misschien moeten wij rationeler denken en naar gevangenen kijken zonder hen te veel te idealiseren, terwijl de gevangenis iets vrijer moet durven denken over haar gedetineerden en geïnterneerden.’

Justitie is verticaal georganiseerd, terwijl sociaal-artistieke organisaties veeleer een horizontale structuur hanteren

Is zo’n vrijere benadering denkbaar? Voor Hans Claus gaat het om een historisch overgeleverd probleem. Hij stelt dat vele spanningen te wijten zijn aan de gevangenisstructuur die erop gericht is mensen van elkaar af te zonderen. Zodra er na 1980 nieuwe taken en bevoegdheden kwamen, ‘ging het wringen met de bewaking’. Gevangenissen zijn gebouwd vanuit de visie dat misdadigers in eenzaamheid, stilte en gebed tot inkeer moesten komen. Sinds de opkomst van de sociale wetenschappen in de jaren 1960 en 1970 is die visie veranderd en zijn er rekken vol criminologische literatuur die stelt dat dit systeem niet werkt. Maar de cellenrijen zijn dezelfde gebleven. Hoe doe je gedetineerden dan terug aansluiting vinden bij de normale voorzieningen van de samenleving? ‘Wij proberen hier allerlei sociale activiteiten te organiseren, maar in feite staat zoiets haaks op de structuur’, aldus Claus. ‘Wat we vandaag willen verwezenlijken, vraagt een nieuwe structuur.’

Ook volgens Bjorn Callens, medewerker bij De Rode Antraciet, botst alles wat artistieke projecten of ontspanning betreft, nog steeds met een systeem dat veiligheid voorop plaatst. ‘En zo kan wie wil over alles moeilijk doen’, besluit Claus. ‘Scharen in de crea-klas? Daar kun je wel iemand mee verwonden, hé!’

Impact op de cipiers

Natuurlijk valt de impact van een cultureel project op een penitentiaire instelling ook niet te onderschatten. Vooral de cipiers ervaren zulke periodes als zwaar. Het blijft immers hun verantwoordelijkheid om de veiligheid te waarborgen. En zo zijn er na de inspanningen van het personeel voor Een Nieuwe Wandeling en een evenement rond 150 jaar Gentse gevangenis geen grote projecten meer gepland in de gevangenis van Gent.

59_DeRycke_5_Een nieuwe wandeling © Evy Menschaert 3.jpgHet draagvlak voor sociaal-artistieke projecten bij penitentiaire beambten is zeer klein, zegt Hans Claus. ‘Zij zien zichzelf als de natuurlijke vruchten aan een boom, die boom is van hen. De spreeuwen en kraaien die in de boom komen zitten, zijn de externen, dat zijn de fladderaars.’ Buitenstaanders worden dus slechts getolereerd voor zover ze binnen de lijntjes kleuren. ‘Sommige personeelsleden zien ons als een soort indringers die hun biotoop komen verstoren’, beaamt Callens van De Rode Antraciet. ‘Er is vaak veel wantrouwen,waardoor je telkens opnieuw moet verantwoorden waarom je iets doet in de gevangenis. Stilaan worden medewerkers van de Rode Antraciet wel meer gezien als onderdeel van de gevangenis, maar in de praktijk botsen de culturen wel nog vaak. Als er in het begin van een project een kader wordt afgesproken om binnen te werken, dan versmalt dat vaak naarmate een project vordert. Meestal is het veiligheidsdiscours daar de reden voor.’

Dat geldt bij uitstek voor sociaal-artistieke projecten, omdat zij net beogen om dingen op gang te brengen, mensen te bewegen en hen het gevoel te geven dat ze iemand zijn, zelf initiatief moeten nemen en verantwoordelijkheid dragen. Het hoeft geen betoog dat dit botst met het concept van ons strafsysteem. Dat werkt net andersom. Alles wordt mensen afgenomen of voor hen gedaan. ‘Het is ongelooflijk hoe wij mensen verkleuteren door ze in zo'n systeem te steken. Ze leren verantwoordelijkheid nemen echt af. Als ze buiten komen, is het enorm zwaar om die verantwoordelijkheid weer op te nemen en vallen ze snel terug in oude patronen. Normale patronen zijn ze echt wel afgeleerd.’

Dominique Willaert merkt op dat een deel van het bewakingspersoneel duidelijk vindt dat gedetineerden gestraft moeten worden en hen niet beschouwt als mogelijke creatieve personen. Het zijn volgens Bjorn Callens dan ook de beambten die wel de visie van sociaal-artistieke organisaties delen, die er zoveel mogelijk bij betrokken moeten worden. Die kleine groep kan die positieve kijk dan overzetten op andere cipiers en gedetineerden.

Grote druk, weinig nazorg

De directies staan meestal wel achter artistieke projecten, maar schatten onvoldoende in wat ze inhouden. Uit ervaring leert Dominique Willaert dat er heel wat communicatieproblemen zijn die het verloop van een project bemoeilijken. Vaak wordt er alleen met de directie vergaderd en worden de mensen onderaan de ladder te weinig betrokken en ingelicht. Alles hangt te veel af van ad hoc beslissingen en hier en daar wat goede wil. Er ontbreekt visie over dit soort werk in de gevangenis. Een betere omkadering zou ervoor zorgen dat medewerkers en beambten beter voorbereid en ondersteund aan een project kunnen beginnen.

‘Er is veel goede wil, maar weinig professionaliteit en deskundigheid’, vindt Willaert. ‘Victoria Deluxe is aan de slag gegaan met een groep gevangenen zonder enige voorkennis of opleiding. Dat betekent dat je lang moet samenwerken voor je weet welk vlees je in de kuip hebt. Je moet ook rekening houden met hun sterktes en zwaktes. Tegelijk is er prestigebelang bij zowel de gevangenis als bij de initiatief nemende organisaties. Ze willen kunnen uitpakken met een mooie voorstelling die als uithangbord kan dienen. Dat brengt een grote druk met zich mee. Dit project is een van de meest belastende die ik ooit heb gedaan.’

Sommige personeelsleden zien ons als een soort indringers die hun biotoop komen verstoren

De betrokken doelgroep is dan ook vrij specifiek. Een mix van gestraften zorgt voor een bizarre groepsdynamiek. Er zijn zeer weinig vriendschapsrelaties en ontzettend veel gebruiks- en overlevingsrelaties. Zo vormen geïnterneerden vaak een subgroep die zich moet verdedigen tegen de rest. Een deel van deze mensen heeft zware psychische problemen. Ook zitten veroordeelde criminelen samen met mensen die op hun proces wachten. Medewerkers van De Rode Antraciet hebben hier ervaring mee, maar voor externen is die professionele afstand soms minder evident.

Niet alle projecten eindigen dan ook positief. Soms worden ze afgebroken na incidenten met gedetineerden, cipiers of medewerkers van de organisaties. Voor beleidscoördinator Polfliet komt het erop aan dat externe organisaties de huisregels van de gevangenis respecteren. Na een slechte ervaring is het opbouwende aspect van een project immers snel vergeten. Sociaal-artistieke organisaties van hun kant frustreren er zich over dat de gevangenis na een project vaak geen enkele vorm van nazorg voorziet, zelfs al had de gevangenisdirectie de beste intenties. Ook de gedetineerden zelf ervaren dat als een groot gemis, omdat bij hen vaak grote gevoelens zijn losgemaakt.

Media-aandacht

En dan komt er van buitenaf nog een extra speler om de hoek piepen: de media. Zeker grote culturele gevangenisprojecten worden sterk gemediatiseerd. Zo kreeg Victoria Deluxe heel wat persvragen voor een reportage over Een Nieuwe Wandeling. In overleg met de gevangenen op scène is ervoor gekozen om er niet op in te gaan. ‘De deelnemers willen wel iets positiefs bijdragen, maar willen hun slachtoffers niet voor het hoofd stoten.’ Volgens Willaert wekt media-aandacht wel meer interesse bij andere actoren om ook in de gevangenis aan de slag te gaan. ‘Tegelijk zijn toch te weinig middelen en professionele en productionele omkadering om succesvolle projecten te organiseren.’

Ook beleidscoördinator Polfliet vraagt zich af of overvloedige, kortstondige media-aandacht niet veeleer contraproductief werkt en voor vervlakking zorgt. Ze zorgt alleszins niet voor meer middelen of een groter aanbod. Hans Claus volgt die redenering als hij zegt dat te veel publiciteit nooit goed is. ‘Positief nieuws wordt meteen overschaduwd door negatief nieuws uit de gevangenis. Het is een poging tot beïnvloeding, maar helpen doet het volgens mij niet.’

Stap naar re-integratie

Je zou bij al die complexiteiten bijna vergeten waarom er überhaupt weer wordt ingezet op cultuur in de gevangenis. Waaruit bestaat haar meerwaarde precies? Volgens Polfliet werken artistieke projecten als een hefboom. Gevangenen worden anders benaderd, er wordt voor één keer gefocust op hun talenten. Dat creëert ruimte voor nuancering en begrip. Daarnaast verhogen deze initiatieven de zichtbaarheid van de gedetineerden bij het publiek, maar dat lijkt geen blijvend effect.

Ook Willaert noemt de veranderingen die Een Nieuwe Wandeling teweeg gebracht heeft ‘niet massief en massaal, slechts tijdelijk en partieel’. Rechter emeritus Henri Heimans, voorzitter van de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij (Gent), heeft na het bijwonen van de voorstelling onmiddellijk stappen genomen om een lang geïnterneerde vrijwilligerswerk te laten doen bij Victoria Deluxe. Bovendien kreeg de organisatie een massa mails, brieven en telefoons van toeschouwers die vooral verrast leken over de normaliteit van de gevangenen. De voorstelling brak met stereotiepe beelden van gestraften. Tegelijk vormden – niet onbelangrijk – familieleden en medegevangenen zich een veel positiever beeld van de instelling.

Alles hangt te veel af van ad-hocbeslissingen en hier en daar wat goede wil. Er ontbreekt visie over dit soort werk in de gevangenis

In het Participatiedecreet staat als doelstelling voor culturele projecten in de gevangenis: de kans op herval beperken. Zijn dat louter mooie woorden, of blijkt het een haalbare kaart? Al stoten sociaal-artistieke projecten vaak op de muren van de gevangenisstructuur, toch is men ervan overtuigd dat ze enig gewicht in de schaal leggen. Er zijn gedetineerden die ontdekken dat ze iets graag doen of ergens goed in zijn. Sommigen worden aangezet tot schrijven, zingen, muziek spelen of gewoonweg dromen over 'als ik vrij kom...' Ze krijgen het gevoel dat ze meer zijn dan een strafblad. Een aantal van hen bloeit open, wordt spontaner, toont meer initiatief en ziet zichzelf weer als individu. ‘Ik besef nu dat ik meer ben en meer kan wanneer ik in iets geloof’, beaamt Racey, een van de spelers van Een Nieuwe Wandeling. ‘Ik voel me nu veel meer dan wat er op mijn strafblad staat.’ Is niet steeds blijven focussen op het probleem, de misdaad niet de beste strategie om gevangenen terug te integreren?

‘Daarover is niets bewezen, behalve dat nothing works’, zegt Claus kortweg. Steeds komt hij terug op de contraproductieve gevangenisstructuur. Volgens de directeur van Oudenaarde is het positieve effect van bijvoorbeeld een tekenles weg zodra de gevangenen terug op de sectie komen, want daar is het overleven. Dat is gevangenis. ‘Alles wat je méér doet, is een druppel op een hete plaat. Maar toch doet het deugd, hé, zo'n druppel.’ Claus voegt eraan toe dat het uitgangspunt niet relevant is: ‘Culturele initiatieven moeten niet helpen om de kans op herval te beperken. Ze zijn nodig omdat cultuur des levens, des mensen is.’ Wie gestraften als mensen blijft behandelen, krijgt ook meer normale reacties terug en creëert een rustigere en meer verdraagzame gevangenis. Alleen zijn veel mensen van het principe dat je keihard moet zijn voor gevangenen. ‘Hoe slechter criminelen het hebben, hoe liever ‘de’ mensen het horen.’

Naar meer menselijkheid

Hoe de bestaande situatie te verbeteren valt? Betrokkenen bij sociaal-culturele projecten vragen om meer expertise te delen in intervisies. Momenteel worden kennis en praktijkervaring niet doorgegeven. Vroeger kwamen gevangenisdirecties samen op ingerichte studiedagen, maar die zijn afgeschaft, omdat de uiteenlopende visies van directeurs op strafuitvoering elke samenwerking al te stroef doen verlopen. Toch ziet De Rode Antraciet wél mogelijkheden tot netwerkmomenten. De vzw organiseerde dit najaar een dag om Justitie, Vlaamse overheid en artistieke mensen bijeen te brengen. Zij wil mogelijkheden onderzoeken voor de lange termijn en tegelijk bij de overheid signaleren dat meer financiële ondersteuning onontbeerlijk is.

Er moet gezocht worden naar een systeem dat beter aansluit op de hedendaagse visie op sociale re-integratie

Dat het strafsysteem zelf toe is aan herziening, is toch een besef dat groeit. Er moet gezocht worden naar een systeem dat beter aansluit op de hedendaagse visie op sociale re-integratie. Zo publiceerde Hans Claus pas het boek Huizen, dat voor de bestaande strafinrichtingen een alternatief aanreikt. Dat concept is gebaseerd op zijn eigen inzicht: ‘Hoe kleiner, hoe beter’.Alleen bouwt men intussen in Beveren wel een nieuwe mierengevangenis.Meer inspirerende voorbeelden? Bewakingsbeambten van het Scandinavisch model volgen een volwaardige opleiding van twee jaar, tegenover drie maanden in België. Zij worden niet enkel ingezet voor bewaking, maar ook als aanspreekpunt en project-betrokken vertrouwenspersonen. In België zijn die verschillende rollen veel te scherp afgebakend.

Een rondgang in de aparte wereld van culturele projecten in de gevangenis maakt alvast één zaak duidelijk. In België zitten maar liefst 11.400 mensen in de cel. Over hoe we met die mensen omgaan, wordt al te weinig nagedacht. Als je als maatschappij mensen opsluit, dan ben je ertoe verplicht om aan je detentiebeleid een constructieve, menselijke invulling te geven. Willen we als buur liever een gefrustreerde ex-gedetineerde, vervreemd van normale sociale interacties, of iemand die een zinvolle, constructieve straf heeft uitgezeten?

Politici zijn het aan zichzelf verplicht om het huidige beleid open en zonder terughoudendheid in vraag te durven stellen, bijvoorbeeld door over de grenzen te gaan kijken. Sociaal-culturele projecten mogen geen zeldzaamheden blijven. Zulke creatieprocessen horen structureel ingebed te zijn in het gevangenisregime.Kregen cipiers ook in België een volwaardige opleiding, dan zou er voor sociaal-artistieke projecten wellicht een breder draagvlak groeien.

De Rode Antraciet en zijn artistieke kompanen werken alvast vanuit de idee dat ze kwetsbare doelgroepen de kans willen geven om met kunst en cultuur in contact te komen, in de overtuiging dat dit bijdraagt tot een zinvollere strafuitvoering. Bjorn Callens: ‘Het gaat vaak om moeilijk te bereiken mensen, die enkel bekeken worden vanuit een negatief standpunt, terwijl wij net de positieve kwaliteiten van die mensen willen zien, los van hun context.’ Dominique Willaert vult aan: ‘Wat Victoria Deluxe probeert, is met creativiteit en kunst de kracht van menselijkheid en vrijheid ontwikkelen.’ Dat zijn – ondanks alle moeilijkheden –meer dan louter nobele doelstellingen. Ze hebben al bewezen dat ze ook haalbaar kunnen zijn.

Rushka De Rycke studeert journalistiek aan de VUB. Ze schreef dit artikel in het kader van een onderzoeksstage bij rekto:verso.