Come together: staat van de muziek

Door Tom Kestens, op Wed Mar 23 2016 17:39:17 GMT+0000

Een ‘State of the Music’ schrijven in 2016 is voor een geboren optimist als mezelf een beproeving. Het is een confrontatie met een crisissituatie. Zonder meer. Een crisissituatie die (op zijn zachtst uitgedrukt) alarmerend is en dus ook een crisisaanpak zal vereisen van alle betrokken partijen. Een paar voorstellen.

Ik spreek voor GALM, Genootschap voor Artiesten Lichte Muziek, als ik hieronder pleit voor 1) een noodplan voor de muziek in ons land en onze regio; 2) meer samenwerking tussen muzikanten en hun collectieve beheervennootschappen; en 3) vooral een meer strijdvaardige en verenigde aanpak van onze belangenbehartiging.

Wij van GALM geloven dat we op een ‘turning point’ zijn gekomen. Het beroep van muzikant staat onder enorme druk.

We stellen we een fundamentele verschuiving vast in de positie van muzikanten in onze samenleving.

En dat zeggen niet alleen wij. Vorige week sprak Tony Visconti (producer van wijlen David Bowie) op het Amerikaanse muziekfestival South By Southwest de gevleugelde woorden: ‘It can’t get any worse’, terwijl hij een bijna apocalyptisch beeld schetste van de toekomst van de popmuziek. Het zal veerkracht en samenwerking, een dosis geluk en misschien zelfs ooit een system hacking vereisen om ons prachtige beroep te redden.

Muziek als lucht

Om te beginnen stellen we een fundamentele verschuiving vast in de positie van muzikanten in onze samenleving. Onze grootste uitdaging is niet langer het componeren of uitvoeren van sterk repertoire, maar wél: er een eerlijke vergoeding voor krijgen. Muziek wordt immers niet langer aanzien als een verwezenlijking, gerealiseerd door een man of vrouw met métier. Muziek is een beetje als zuurstof geworden. Als lucht. Laat me dat even toelichten.

70_kestens_PoorMusician 2_0.png

Muziek valt niet weg te denken uit ons leven, het is overal. Op het werk, thuis, in de winkel, bij de kapper, op de radio, en all over the internet. Een decor van geluid omringt ons, overal. En wat opvalt: muziek is meestal gratis of quasi gratis beschikbaar. Muziek is voor mensen dus niet langer exclusief. Het ligt, letterlijk, voor het grijpen: ‘pak maar’. Daardoor is niet alleen het mysterie verloren. De reële waarde van muziek, en dus ook de bankrekening van muzikanten, is compleet in vrije val. En dat nu al meer dan tien jaar.

Een brood kost 2,5 euro. Een pint op café kost 2 euro. Een dag je auto parkeren in een stad kost je vandaag misschien zo’n 5 euro. Maar de toegang tot miljoenen songs, dag in dag uit, kost je voor een maand nog geen 10 euro. Laat het even bezinken. Je koopt nog geen fysiek album voor een briefje van tien. Maar wel een abonnement op Spotify, wat ons muzikanten bij benadering 0,0006 eurocent per stream oplevert. Dat is de realiteit. Muziek moet wel waardeloos zijn in ons leven, dat we er zo weinig voor willen betalen.

Dat laatste is natuurlijk niet waar. Dat is de grote paradox. Meer mensen dan ooit hebben toegang tot muziek. Meer mensen dan ooit downloaden of streamen songs. Meer mensen dan ooit gaan naar concerten van hun favoriete muzikanten. Nooit eerder was de emotionele, inspirerende en economische impact van muziek op de planeet groter dan vandaag. Ook hier bij ons. Maar…  muziek lijkt anno 2016 voor mensen geen meerwaarde meer. Het is een evidentie geworden, zoals de natuur, water, elektriciteit. Even bedreigd en even schaars echter, als we niet dringend ingrijpen…

Als programmatoren geen risico’s meer durven nemen, zullen we het zelf wel doen.

Want voor het eerst componeren en produceren we muziek voor een generatie jongeren die in hun leven meestal nog nooit betaald hebben voor muziek, en het hoogstwaarschijnlijk nooit zullen willen doen. Hun radio en tv is YouTube (een schijnbaar legale, maar gratis streamingdienst), waarop ze gratis kijken naar videoclips, terwijl ze advertenties wegklikken.

Verliesmodel

Het verbaast dan ook niet dat de meeste mensen niet weten of begrijpen dat aan de realisatie van een muziekwerk een intensief maakproces (een productieproces) voorafgaat, en dat daar zelfs vaak een stevig kostenplaatje aan vasthangt. Dat is een belangrijk inzicht voor elk debat over de toekomst van ons mooie beroep. Het heeft niet alleen het volledige eco-systeem van de muziekindustrie door elkaar geschud, maar ook en vooral de kansen op een gezond verdienmodel voor een muzikant ondergraven. De twee volgende fenomenen zijn daar een gevolg van, of komen daar nog eens bij:

**1) Muzikanten zetten nu vaak in op intensief toeren (als ze kunnen en willen performen) en het verkopen van merchandising na de concerten. **Maar behalve voor enkelingen compenseert die verhoogde inspanning niet het verlies van inkomsten uit verkoop. Concert-fees en festival-fees zijn voor kleine en middelgrote groepen substantieel gedaald. Programmatoren nemen minder risico dan ooit, en vragen dan weer flink door voor grote namen. Dat laatste heeft een dubbel nefast effect, met een vicieuze cirkel tot gevolg. Want geld kan bij de consument maar één keer uitgegeven worden, waardoor de kleinere bands en artiesten minder volk over de vloer krijgen. Stilaan ontstaat er wel een tegenreactie. Er groeit een parallel circuit van huisconcerten, jams of kleine tuinfestivals, waar artiesten bij wijze van spreken met de hoed rondgaan. Nieuwe privé-initiatieven kondigen zich nu wekelijks aan via Facebook. Een beetje een pervers effect, maar muzikanten en hun fans zijn als water: ze zoeken altijd een weg. Als programmatoren geen risico’s meer durven nemen, zullen we het zelf wel doen. Helaas verandert dat ten gronde weinig.

70_kestens_PoorMusician.jpg**2) Online streaming zit in de lift, maar de exploitatie via de Spotify’s en Apple Musics van deze wereld brengt de muzikant amper een peulschil op. **Breakage-, voorschotten- en cataloog-overeenkomsten tussen grote labels en streamingproviders zijn de regel.Bij de lancering van het Apple Music platformtrokken singer-songwriter Taylor Swift en meerdere kleine en middelgrote indielabels dan ook aan de alarmbel, omdat Apple wereldkundig maakte dat het zijn gloednieuwe streamingdienst de eerste drie maanden gratis zou aanbieden, en artiesten ondertussen ook niet zou betalen. Swift begreep niet dat een creatief bedrijf als Apple zo weinig respect kon tonen voor muzikanten. Er was heisa op alle sociale media, de blog kreeg wereldwijd bijval – ook van GALM op de voorpagina van De Morgen – en al snel keerde Apple zijn kar. ‘We hear you, Taylor Swift and Indie artists’, klonk het.

Het bleek een interessante episode, maar de realiteit is onveranderd. Wat onderhandelen de labels (onze zogenaamde ‘huizen van vertrouwen’) met Spotify en Apple? Wij muzikanten weten het niet. Het is ‘non-disclosed’. Wat we wel weten, is dat we aan het eind van de rit 0,0006 eurocent per stream verdienen. Nou. Dankjewel, hoor. Ze denken wellicht dat we monkeys zijn, want dat zijn peanuts. Een anekdote: Avicii’s song ‘Wake me up’ – die Aloe Blacc meeschreef en zong – werd de meest gestreamde song in de Spotify-geschiedenis en de dertiende meest gedraaide song op Pandora sinds hij uitkwam in 2013. De teller bereikte in de VS meer dan 168.000.000 streams. Dat leverde een belachelijke 12.359 euro op aan Pandora domestic royalties, die dan nog eens verdeeld werden over drie songwriters en de publishers. Aloe Blacc liet weten dat hij als beloning voor het co-writen van een uitzonderlijk succesvolle hit, minder dan 4000 euro ontvangen had via de grootste digitale muziekdienst in de VS. Als dát het grote succesverhaal is van streaming, is het dan verwonderlijk dat zoveel songwriters moeten vechten om rond te komen?

Onaanvaardbaar

Over deze problematiek heeft GALM een uitgesproken mening. We kunnen de klok niet terugdraaien, maar we geloven dat wij als componisten/auteurs/uitvoerders onze plaats aan de onderhandelingstafel van de streamers moeten gaan opeisen. Dat we, om dat af te dwingen, moeten inzetten op beter onderhandelde contracten tussen labels, artiesten en digitale exploitatieplatformen én op een versterkte positie van de beheervennootschappen. Collectief beheer en een correcte en transparante inning van onze rechten zijn cruciaal. Maar ‘empowerment’ en meer onafhankelijkheid zijn nog crucialer. Wat we in eigen handen hebben, maakt ons machtiger, sterker. Ik kan niets anders besluiten, want we trekken aan het kortste eind. En sorry, maar dat is onaanvaardbaar.

**Er is een gebrek aan fiscale en bancaire stimuli voor muzikanten. **Fact. Leen maar eens een som geld voor de productie van een plaat. Als je geluk hebt, klasseert men het als een lening voor de aanschaf van hifi-apparatuur in je woning. Crowdfunding en mecenaat zijn geen mirakeloplossingen voor dat probleem, eerder een uitweg. De uitzondering zal de regel bevestigen, maar het is duidelijk dat we van crowdfunding niet alle heil moeten verwachten.

70_kestens_streaming.jpgEr komt zelfs nog steeds géén tax shelter uitbreiding voor muziek, al is er dan wel weer één in de maak voor de traditioneel al gesubsidieerde podiumkunsten. We zoeken de logica, maar hebben het via het MuziekOverleg aangekaart bij Minister Gatz, die er – naar wij mochten verwachten – zijn federale collega Van Overtveldt over aangesproken zou hebben. Tot nader order echter geen witte rook…

**Overheidsmiddelen voor kunst & cultuur dalen **ook in Vlaanderen, terwijl alle muziek die niet onder het Kunstendecreet te vatten valt – wij, de plantrekkers, de lage kunsten, de songwriters en tekstschrijvers – al nauwelijks betoelaagd werd, of hoogstens indirect. Van die kant valt er dus alleen maar minder te verwachten, terwijl onze uitdagingen op het terrein voortdurend groter worden. GALM hoopt op een slimme mix van maatregelen: van flexibele projectsubsidies tot impulsen voor starters en meer structurele subsidies voor professionele werkingen. Ooit was er sprake van een muziekfonds, naar analogie met de audiovisuele sector, maar het bleef bij debat.

En dat verfondsingsdebat lijkt stil gevallen, zo doet ons de radiostilte terzake vermoeden. Nochtans is het een debat dat amper begonnen was. We hopen met de Minister van Cultuur te kunnen bespreken of en hoe we dat debat in de nabije toekomst kunnen verderzetten. In afwachting focussen we ons liever op een bundeling van krachten en de nood aan wat we misschien wel een ‘Union’ of ‘Guild’ zouden durven noemen. Is er in Vlaanderen ruimte voor zo’ n gilde voor muzikanten? En hoe moet die er anno 2016 dan uitzien? Het is voor ons muzikanten misschien wel hét belangrijkste vraagstuk vandaag. Hoe komen we samen? Hoe worden we een beweging? GALM zal samen met zijn leden én met muziekliefhebbers en fans op zoek gaan naar een antwoord op die vraag.

Zoals al gezegd: geen zinnig mens rekent nog op hoge verkoopcijfers. En dat heeft een grote impact. Plots zijn onze auteursrechten nog meer de inzet van onderhandelingen. Labels, publishers, productiehuizen, telecombedrijven, streamingproviders en zelfs onze openbare omroep die met belastinggeld wordt gefinancierd: allemaal willen ze een deel van die auteursrechten inpikken. Schouder aan schouder met de beheersvennootschappen zullen we daarom voor de bescherming van die hoeksteen van het muzikaal verdienmodel blijven strijden. Onze rechten zijn gewild, dus dat geeft ons onderhandelingsruimte. Laat ons daar bewust gebruik van maken.

Survival

Dit totaalplaatje oogt, om het zacht uit te drukken, alarmerend. Onze mailbox zit stilaan vol met verhalen van muzikale helden, bekend en onbekend, die het vandaag bijzonder lastig hebben om te overleven. De muzikant/auteur is in nood. Kunstenpunt bereidt een onderzoek voor naar de inkomsten bij muzikanten en auteurs, daar zijn we heel benieuwd naar. Helaas vrezen we voor ontluisterende resultaten. We gaan niet zeggen dat we ‘back to black’ zijn, of helemaal terug in de Middeleeuwen. Maar soms lijkt het er wel op. Bij gebrek aan inkomsten trekken we van dorp naar dorp met onze instrumenten, spelen we daar liedjes en hopen we op een aalmoes en een warme maaltijd.

70_kestens_Save the music.jpgSommigen van ons worden opgemerkt en schoppen het tot in de paleizen, maar de meesten zijn al blij met een leuke avond zonder verlies in een charmante herberg, ergens te lande. Dit is 2016. Mark Zuckerberg en Apple, die ons een platform geven om muziekjes op te delen, zijn multimiljonair. Wij, de makers van verhalen en muziekjes zijn al dankbaar, zo lijkt het wel,  dat we mee mogen doen aan het grote feest. Terwijl we de leveranciers zijn van de belangrijkste content die op deze platformen massaal gedeeld en besproken wordt.

Is er dan geen hoop meer? Toch wel. Maar we zullen snel in survival modus moeten gaan, en liefst niet in verspreide slagorde. Wat kunnen we doen? Misschien zal er snel een tijd aanbreken dat we zelf Mark Zuckerbergs worden en het system een ‘hack’ zetten. Niets is onmogelijk. Het is zoeken naar clevere techneuten of disruptieve denkers die aan onze kant staan en ons de juiste tools helpen te ontwikkelen. Maar voor we zover zijn, zijn dit de meest dringende agendapunten:

1) Tijd voor een ‘noodplan muziek’, met rond de tafel alle betrokken partijen, van labels tot beheersvennootschappen als Sabam, van managers tot programmatoren, en met uiteraard ook beleidsmakers. Inzet moet zijn om geïntegreerd, in samenspraak met de verantwoordelijken op alle regeringsniveaus, het hoofd te bieden aan de beschreven uitdagingen. Met centraal de vraag naar een gezond muzikaal verdienmodel voor de toekomst.

2) Tijd voor nog meer collectief beheer. Onze beheersvennootschappen hebben te lang gekampt met een slecht imago van bureaucratie, gebrek aan transparantie en communicatief onvermogen. Maar er is de laatste jaren ongelooflijk veel progressie geboekt, en de rol van beheersvennootschappen voor de toekomst is cruciaal. In een coöperatieve spirit moeten we de band met hen nog sterker aanhalen, en hen wapenen met onze argumenten en expertise in de cruciale debatten over onze rechten. We moeten Sabam en PlayRight nog meer gaan zien als onze beheersvennootschappen. Ze zijn geen ver-van-ons-bed-show. Au contraire! De collectieve beheersvennootschappen zijn vandaag eigenlijk de enige plaats waar auteurs en componisten echt verenigd zijn. De enigen dus die voor ons met één stem kunnen spreken. Laat ons vooral eerlijk zijn met onszelf: als daar beslissingen genomen worden die ‘tegen ons goesting’ zijn, hebben we dat alleen aan onszelf te danken. Dit is dus een warme oproep om volwaardig vennoot te worden. Volstort je aandeel en verwerf stemrecht op de Algemene Vergadering van jouw beheersvennootschap.

70_kestens_muziekiswater.jpg**3) Tijd voor een sterker GALM. **Muzikanten en auteurs zijn artiesten, geen lobbyisten. En al zeker geen kuddedieren. Dat maakt dat we vandaag in een zwakke positie staan. Daarom pleiten wij voor het bundelen van onze krachten onder een sterker GALM. Een GALM 2.0. als het ware. Noem het gerust een ‘union’ of een ‘guild’, ja. Maar opgelet. GALM 2.0. mag en zal geen vakbond zijn die redeneert volgens een ‘werknemer vs werkgever’-logica. Neen, dat is van vervlogen tijden en voor muzikanten en auteurs sowieso geen realiteit. GALM zal een vereniging moeten zijn die begrijpt wat het is om anno 2016 beroepshalve muziek te maken. Een genootschap dat dicht bij zijn leden staat, hun problemen door en door kent, en dat zich dus meer en meer kan opwerpen als de gesprekspartner in Vlaanderen, België en niet in het minst in Europa, waar de meeste regelgeving rond intellectuele eigendom wordt gemaakt. We moeten naar een genootschap dat in naam van muzikanten/auteurs kritisch kan zijn, maar ook constructief en oplossingsgericht. Een GALM dat zijn problemen wervend aankaart en daar meteen ook de grote groep van supporters en muziekfans bij betrekt. Zo’n GALM is geen luxe, maar een noodzaak. We moeten oplossingen gaan afdwingen, waar dat kan en nodig is.

Ja, er breekt een periode van survival aan. We moeten dit debat blijven drijven. Dat moeten we onszelf beloven. Want we doen het te graag, muziek maken. En we weten dat er daarbuiten een publiek is voor wie muziek een medicijn tegen pijn kan zijn. Voor het voortbestaan van die symbiose tussen muziekmakers en fans zijn we allen samen verantwoordelijk. Eén credo primeert, om het met The Beatles te zeggen: come together!