Ceci n’est pas une crise

Door op Thu Sep 13 2012 18:44:06 GMT+0000

Op Het Theaterfestival zochten zowel San Francisco van De Warme Winkel als Krenz van De Koe naar mogelijke alternatieven voor de crisis die we schijnen te beleven. Maar appelleren beide voorstellingen ook echt aan verandering?

Wat betekenen de recente crash van de bankenwereld en de economische crisis voor jou en mij? De media hebben er zo de mond van vol dat ‘crisis’ te pas en te onpas ook over menige particuliere tong rolt. Gevoed door de onzekere ondertoon van alle journalistieke berichtgeving, groeit de reële angst voor de gevolgen van iets wat zich onbevattelijk hoog boven onze hoofden afspeelt. ‘Iedereen voelt die bal achter zich aan, iedereen voelt dat die crisis eraan zit te komen’, stelt Vincent Rietveld van De Warme Winkel in de crisiskomedie San Francisco. ‘Maar negen op de tien mensen hééft helemaal geen crisis.’

Een crisis is pas een crisis wanneer we ons denken en handelen erop afstemmen

Een crisis is pas een crisis wanneer we ons denken en handelen erop afstemmen. Ze wordt voelbaar in het groeiende wantrouwen voor banken en andere financiële instellingen, in de terughoudendheid om te investeren of in onze angst voor de grillen van de arbeidsmarkt. Als we er ons niet door laten intimideren, blijft de crisis voor negen op de tien mensen meestal net zo abstract en onschadelijk als ze werkelijk is. Dat maakt De Warme Winkel ons duidelijk met één krachtig beeld, dat we evenwel zelf moeten oproepen in onze verbeelding, geprikkeld door de meeslepende vertelkracht en de humoristische uitbeelding van het Nederlandse collectief. Een schriel mannetje schuift tergend traag over de scène, met in zijn rug een gigantische ijzeren bal die hem met dreigend geweld steeds dichter nadert: de crisis in slow motion, verbeeld als een noodlot waaraan niet te ontsnappen valt. Geraas zwelt zachtjes aan, de finale verplettering komt seconde per seconde dichter. Waarop het mannetje er plots, out of the blue, Road Runner-gewijs vanonder snelt. Dat we daar niet zelf aan gedacht hadden! De oplossing van De Warme Winkel komt ons tegemoet als drijfhout na de fictionele schipbreuk.

Maar wat met de overige tien procent? Actrice Mara van Vlijmen oppert vol overtuiging dat zij er zich misschien maar volledig aan moeten overgeven. Niet langzaam ingehaald worden, maar doelbewust de confrontatie aangaan, het aangezicht naar de bron van hun toekomstig ongeluk gekeerd. What doesn’t kill you, makes you stronger. Blijkbaar zijn er dus meerdere crisissen. Of alleszins meerdere manieren om met de crisis om te gaan. En vooral – zo zal het duo van De Warme Winkel ons aan de lijve laten ondervinden – meerdere mogelijkheden om eraan te ontsnappen.

Vergeten alternatieven

Nochtans heeft het decor van De Warme Winkel op het eerste gezicht nogal geleden onder de financiële crisis en de genadeloze subsidiebezuinigingen die eruit voortvloeiden. Het bestaat uit niet meer dan een paar witte, slordig opgehangen doeken, die het tijdens de voorstelling één voor één laten afweten. Ook de aankleding van de acteurs maakt ons in een oogopslag duidelijk dat het moeilijke tijden zijn. Na een aandoenlijk en verontschuldigend relaas over het feit dat de voorstelling niet is afgeraakt, wordt duidelijk dat het probleem niet zozeer geldgebrek is, maar eerder de nijpende druk om te presteren. Gezelschappen die wél subsidie gekregen hebben, zoals De Warme Winkel, staan immers bloot aan de argusogen van hogere, controlerende instanties en de jaloerse blikken van werkloze collega’s.

53_DeCroock_San Francisco, De Warme Winkel © Sanne Peper.jpgMaar waar de witte doeken nog het meest voor staan, net als de hele voorstelling, is de kracht van het alternatief, van de verbeelding. Weg van de verstikkende bepaaldheid, op naar een nieuw begin. De oorspronkelijke betekenis van het woord ‘crisis’ indachtig – ‘omwenteling’ en dus verandering – neemt De Warme Winkel ons met associatieve verhalen mee naar hun kampvuur-commune. Absurditeiten en uitvergrotingen, gecombineerd met crisis-wijsheden en herbestemmingen voor bestaande personen en beroepen, laten ons kennis maken met hun doorgewinterde optimisme. En met warme appeltaart, geserveerd op kleurige papieren bordjes, winnen ze finaal onze sympathie. San Francisco is enthousiast en tegelijk kinderlijk naïef, ontroerend en toch meeslepend. Het helpt de crisis uit onze koude kleren verjagen.

Ook Krenz, een voorstelling van en door Willem de Wolf van De Koe, herinnert ons aan het belang van een alternatief. Een dood gewaand alternatief, in dit geval: het ideeëngoed van het socialisme. Alleen op scène, met ook hier een aantal sobere witte doeken, verhaalt De Wolf over zijn eigen jeugd in de schaduw van zijn communistisch gezinde vader. Hij verweeft zijn leven met het tragische relaas van Egon Krenz, de man die reeds op zijn vijfendertigste aangeduid werd als opvolger van staatsleider Honecker in de DDR, maar uiteindelijk pas na zeventien jaar geduldig wachten en onberispelijk gedrag aan de macht kwam, slechts enkele weken voor de val van de Muur. Bovendien werd hij, als een van de enige, verantwoordelijk gesteld voor de misdaden van het socialisme.

Bij Krenz krijgt het publiek geen appeltaart, maar blikjes Coca-Cola: de handige 20 cl versie, voor de kleine dorst. Als overgang naar het tweede deel – de herinneringen van Krenz aan 1989, in de rechtbank – symboliseren de blikjes de alomtegenwoordigheid van de commercie, de verslaving van de individualiteit. De Koe blinkt uit in ambivalentie: verstarring en alternatief lijken haast inwisselbaar. De Wolf focust niet direct op de crisis, maar schetst de ideologische oorlog tussen het socialisme en het kapitalisme, culminerend in 1989. Hij drukt ons met de neus op de feiten. Het socialistische gedachtegoed escaleerde in zijn uitvoering en weigerde zichzelf aan te passen. Daartegenover gold de Amerikaanse cultus van de individualiteit altijd als toonbeeld van de ultieme vrijheid, maar het juk van die vrijheid rust nu als een rotsblok op onze schouders. Wat nu? Het vergeten alternatief wordt weer opgerakeld, maar zonder de bestuurlijke ontsporing ervan onder de mat te vegen.

Tips tegen de verstarring

53_DeCroock_Krenz, De Koe © Koen Broos.jpgDe kracht van het alternatief – zo suggereren beide voorstellingen – is dat het kan helpen tegen de angst en de verstarring die de crisis met zich meebrengt. _San Francisco _en Krenz maken de huidige economische situatie terug leefbaar, elk op hun manier. De Warme Winkel hanteert een strategie die volledig tegengesteld is aan crisis-denken, door er gewoon meteen mee af te rekenen. De focus ligt op de omgang met de crisis en het leven erna. De crisis zelf dient zo snel mogelijk vergeten te worden en is enkel functioneel als bron voor iets nieuws. Waar het olijke duo dan toch de oorsprong van de crisis tracht te traceren, gebeurt dat zo ludiek dat ze ons niet langer als pijnlijk confronterend voorkomt – anders dan bij pakweg Hebzucht van Braakland/Zhebilding. Willem de Wolf doet ons dan weer inzien hoe specifiek onze huidige situatie wel is. Ze had ook helemaal anders kunnen zijn. Zijn relaas ontdoet het kapitalisme van haar vanzelfsprekende onoverkomelijkheid. Het verruimt onze eenzijdige blik. Het trekt een parallel tussen onze tragiek en die van Krenz: hadden we ons maar tijdig aangepast. En heel misschien biedt het aan het socialistische gedachtegoed ook een nieuwe kans, voor de idealisten onder ons.

Gemeenschappelijk aan beide voorstellingen is ook hun focus op verandering. Zowel De Warme Winkel als De Koe confronteren ons met de kansen die de crisis biedt, in plaats van ons om de oren te slaan met de onzekerheid die ze opwekt. Zo pleit De Warme Winkel voor een herziening van het begrip ‘schuld’. Rietveld en Van Vlijmen schetsen de afstammingslijn van de economische betekenis van de term, en vragen zich af waarom de banken laat uitschijnen dat een schuld een vastomlijnd feit zou zijn, wanneer diezelfde banken hun eigen schuld helemaal niet zo strikt naleven. Waarom werken we trouwens niet met minder inflatiegevoelig materiaal als een zonsondergang of een mooi uitzicht? Een hilarische schuldbekentenis-scène maakt duidelijk dat we verwachtingen ook anders kunnen inlossen. Een al te enge visie op jouw schuld aan mij, of omgekeerd, beneemt ons de vrije armslag.

San Francisco en Krenz maken de huidige economische situatie terug leefbaar, elk op hun manier

De Koe toont ons de noodzaak van tijdige aanpassing via de tragiek van zijn hoofdpersonage. Egon Krenz staat symbool voor de drang van eenieder om zich te conformeren aan een ideaal (een voorganger), ondanks groeiende loyaliteitsproblemen met de dwangmatige realiteit ervan. Krenz als zelfgeconstrueerd, onwrikbaar uitgangspunt van de DDR. Krenz als crisis van het socialisme, die had kunnen voorkomen worden, maar onverbiddelijk een nieuw tijdperk inluidde. Een crisis in geen eindhalte, zoveel is duidelijk.

Eenzelfde verzet tegen starheid blijkt ook uit de vorm van beide voorstellingen. Willem de Wolf kiest voor glijdende vertelperspectieven: hij schippert tussen zichzelf, zijn personage in het stuk, Egon Krenz, zijn vader, de rechter, … Personages ontspruiten aan de maker, hun vertellingen zijn telkens dat tikkeltje anders. De hermetische taal van de politieke ideologie staat lijnrecht tegenover de ongedwongen meerduidigheid van De Wolfs eigen herinneringen. Ook De Warme Winkel vertelt verhalen. Waar De Koe zich nog beroept op zwart-wit foto’s en parodiërende filmpjes om zijn boodschap aan de man te brengen, blijft San Francisco tot het einde verstoken van enig hulpmiddel. Zelfs voor de meest bombastische scènes blijven beide acteurs louter vertrouwen op hun enthousiaste zelf. Onze verbeelding is onze beste vriend. Zelfvoorziening als antigif voor fatalistisch crisis-denken.

Theater na de crisis

De Koe en De Warme Winkel helpen ons af van het gevoel dat we geen kant meer op kunnen. Ze herleiden de financiële crisis terug tot haar abstracte zelve, door komaf te maken met onze door angst ingefluisterde zorgen voor de toekomst. Door een overdrive in onze fantasie, door concrete voorbeelden uit het verleden en het besef dat we vooral niet mogen vastroesten, lijkt het plots allemaal wel mee te vallen met die crisis. Krenz toont dat de crisis een specifiek product is, dat het net zo goed anders had gekund. San Francisco laat ons opnieuw dromen. Met hun alternatieve blik bestrijden beide voorstellingen onze argwaan.

53_DeCroock_San Francisco, De Warme Winkel 2 © Sanne Peper.jpgMaar waar brengt ons dat? Maken deze theatervoorstellingen, in hun edele poging om ons de crisis zonder kleerscheuren te doen overleven, niet louter de baan vrij voor een heropleving van het geldende systeem? Op het zevenuurjournaal zag ik een jonge, vastberaden econoom vertellen over de oplossing voor de crisis. Dat we allemaal gauw weer onze centen moesten gaan uitgeven: de koopkracht de hoogte in. Hij vond het duidelijk ergerlijk dat we dat niet deden. Hijzelf leek amper te kunnen wachten tot het weer zover was. Er is geen crisis als we allemaal terug investeren, allemaal terug geloven in de werking van ons huidige systeem. Voor negen op de tien toch.

Het socialistische ideeëngoed, neo-hippie wereldvisies, feelgood zolang de voorraad strekt, of zolang de voorstelling duurt: het blijven uiteindelijk nogal vage alternatieven voor een kapitalisme dat langzaam maar verbazend gemeend doorstoot tot in de verste uithoeken van de wereld. Ongewild komt het bestrijden van angst en verstarring bij De Koe en De Warme Winkel neer op het voeden van een eenmakend commercialisme. Wat er immers overblijft van al die goede bedoelingen, is een positieve ingesteldheid. De alternatieven zelf glijden algauw terug in de marge, en wij kopen ons een weg naar de volgende crisis. Wanneer echte vernieuwing te veraf staat, dragen de suggesties van deze theatergezelschappen louter bij tot een hernieuwd vertrouwen in het oude. We moesten toch vooruit?

Tijd voor verandering

De relevantie van kunst tijdens een crisis staat buiten kijf, hoewel men er hogerop duidelijk anders over denkt. Maar waarom voelt vooral theater net op dit moment zo cruciaal? De crisis belangt ons allen aan. Ze maakt ons eensgezind, hoewel eerder vanuit de angst om geraakt te worden dan vanuit haar reële dreiging – zo weten we dankzij De Warme Winkel. Een gemeenschap van bange kwezels zijn we. Theater heeft invloed op deze gemeenschap wanneer het ons helpt om het maatschappelijke en economische spel te doorgronden. De Warme Winkel onderscheidt feit van mythe én geeft ons een herbestemming. Maar wanneer de crisis wegebt – wat nog steeds tot de opties behoort – wordt die gemeenschap opnieuw diffuus. Belangen schuiven uiteen, het aangeboden alternatief wordt al snel vergeten.

Een gemeenschap van bange kwezels zijn we

De Warme Winkel en De Koe bewijzen binnen het huidige tijdsbestek hun nut, maar op de lange termijn hebben we nood aan theater dat zich innovatief blijft richten tot de niet langer samenhorige mensenmassa. Het verbeelde gedachtegoed moet dan anders worden ingezet, wil het de toegekende waarde van ‘een alternatief’ behouden. Waar De Warme Winkel en De Koe vooral onze ingesteldheid willen veranderen en in functie daarvan alternatieven aanstippen, moeten toekomstige collectieven de noodzaak van verandering nog centraler stellen. Anders valt aan voorstellingen als San Francisco het lot te beurt de theatergeschiedenis in te gaan als zonderlinge en slechts tijdelijk geldige projecten.

Sabrina De Croock is master in de Kunstwetenschappen, optie Podium- en Mediale Kunsten, Ugent. Ze schreef dit artikel tijdens de summerschool van rekto:verso op Het Theaterfestival.