Cœur de Pirate: ‘Adieu’

Door op Fri Sep 07 2012 07:51:45 GMT+0000

Cœur de Pirate ziet eruit als een snoepje. Een heel zóét snoepje, waarvan je niet vermoedt dat de kern een zure bom is die je gehemelte helemaal openhaalt. Wie niet van ‘smoelentrekkers’ houdt, kan er zich beter van onthouden, want de zure suiker die onaangekondigd vrij spel krijgt in je mond, is slechts een voorsmaakje van de talloze verrassende tegenstellingen die deze jonge Canadese zangeres kenmerken.

53_Nols_Coeurdepirate.jpgBéatrice Martin – Cœur de Pirates echte naam – mag dan al over een engelengezichtje en een sirenestemmetje beschikken, haar brave imago schudde ze al op jonge leeftijd van zich af. Door haar lessen klassieke piano stop te zetten en het punkleven van Montréal te verkennen; door met foute vriendjes en weelderige tatoeages naar huis te komen; en door op 15-jarige leeftijd haar eerste geld te verdienen met naaktfoto’s die nog steeds op het internet te vinden zijn.

Ook muzikaal zocht ze haar eigen weg en kwam ze – de klassieke opleiding én de punkscene ten spijt – uit op eerlijke en heerlijke sixties-popsongs. De 22-jarige Martin verklaart haar hang naar die vijftig jaar oude sound als een verlangen om ‘iets echts’ te doen; om authentieke liedjes te schrijven. Hoewel onze kleine piraat niet de meest uitdagende zeeën van de popgeschiedenis bevaart (Françoise Hardy of France Gall zijn nooit ver weg), is ze toch aan een noemenswaardige veroveringstocht bezig. Martins liedjes klinken – in de traditie van de jaren 1960 – mooi en zoet, maar wie aandachtig luistert, kan niet om de scherpe, bittere teksten heen. Martin legt haar hart bloot en slaagt erin om een geloofwaardig verhaal te vertellen binnen de format van een popsong.

In Franstalige werelddelen – ook in Wallonië – is Cœur de Pirate een echte popster geworden. In Engelstalig Canada wordt ze voorlopig als een alternatief indie-fenomeen beschouwd. Ze verkocht hoe dan ook bijna 800 000 platen, wat gezien de huidige malaise in de muziekindustrie meer dan bewonderenswaardig is.

Werd haar niet onaardige debuut Cœur de Pirate in 2008 tamelijk goed onthaald, dan was opvolger Blonde een klein jaar geleden helemaal een schot in de roos. De songs en productie klinken rijker, voller en volwassener dankzij de hulp van de gerenommeerde Canadese producer Howard Bilerman (onder meer Arcade Fire). Van die gewaardeerde bijstand getuigt ook de single ‘Adieu’, een van onze favorieten op dat album.

0’32” Een kordate gitaar en bas zetten zonder aarzelen een oorwurm van een riedel in. Terwijl het loopje vrijwel meteen door een paar strakke slagen op de floor tom en de snare wordt bijgestaan, stroopt onze Blonde haar mouwen op – haar tatoeages worden ontbloot – en komt ze meteen tot de kern van de zaak: het gaat niet goed met haar liefdesleven: ‘Tu ris si mal, tu ris de vide/des taches de vin sur ta chemise/qui a deux boutons éclatés/sur ton corps qui me repoussait.’

Wat de riedel zo sterk maakt, is de vastberadenheid waarmee de noten de toonladder van het A-akkoord opklimmen en afdalen. Eerst even naar beneden – la sol mi – en dan, hop, opnieuw een sprong naar boven (la). Dat lichtvoetige deuntje klinkt ontzettend eenvoudig, maar juist de puurheid en naïviteit ervan houden je aandacht vast. Cœur de Pirate gáát er bovendien voor, en zonder dat je je kan verweren, word je helemaal meegezogen.

0’41” Op het moment dat een paar toetsen zich subtiel in het geheel mengen, gooit Martin iets minder subtiel een uiterst pijnlijk verwijt naar het hoofd van haar vriendje: ‘Tu fais l’amour en deux poussées/blâmant le manque, la tournée/et pendant que tu t’articules/moi je soupire.’

De lage, gedoseerde pianoaanslagen houden het geheel letterlijk samen. Ze werken als een bindmiddel dat de hitsige, slappende bas in toom houdt en dat de song een zekere homogeniteit geeft.

0’59” Het vriendje in kwestie – wij vermoeden dat het om Jay Malinowski gaat, de zanger van het Canadese Bedouin Soundclash – heeft nauwelijks tijd om zich tegenover die gênante beschuldigingen te verdedigen. Martin pauzeert slechts heel even om de overgang te maken naar het refrein. De opbouw daarvan kondigt zich aan met een zingende gitaarlijn, die op Martins verzuchtingen lijkt te antwoorden.

1’15” De popsong bloeit open. Met dank aan de extra percussie en Martins stem in een veelvoudige terts op de achtergrond. Aan brede arrangementen, die vaak jazz en zelfs bigbandelementen integreren, geen gebrek: er dient zich nóg een extra gitaar aan, en een liefelijk instrument waarvan we niet goed kunnen uitmaken of het een klavecimbel of een glockenspiel is. In ieder geval staat de zoete sound – wederom – in groot contrast met de bittere inhoud. Martin zingt over het nakende, maar steeds uitgestelde afscheid: ‘Dit-moi adieu demain, dit-moi adieu en chemin.’ Voor het eerst voegt ze het troostende ‘je t’ai aimé’ toe, dat haar vastberadenheid echter niet tenietdoet: ‘Mais je t’assure que c’est la fin.’

1’32” Na ‘c’est la fin’ beginnen de riedel en de percussie die we aan het begin van de song hoorden opnieuw. Start hoofdstuk twee van deze aanstekelijke retrosong.

1’40” Vrienden blijven, zit er wat Martin betreft niet in: ‘C’est gentil, ça va comme ça, mais des amis j’en ai plein déjà.’ Bovendien heeft ze niet veel aan de aangeboden vriendschap, aangezien het ex-vriendje-in-wording toch steeds weer op z’n eentje in de nacht verdwijnt, terwijl Martin – deels verdrietig, deels gefrustreerd – tot het ochtendgloren op hem wacht.

2’14” Nog een laatste keer herhaalt Martin haar boodschap, misschien niet meer uitsluitend voor haar bijna-ex-lief, maar ook voor zichzelf: ‘Eh bien, chéri, prends donc la porte/car tu sais que plus rien ne m’importe.’

2’56” En even plots als het allemaal begon, eindigt het ook. Na amper 2 minuten en 24 seconden is Martins afrekening in een meer dan degelijke popsong gegoten. Hoewel de song zelf gedaan is, zet het verhaal zich verder op het album. Cœur de Pirates Blonde is immers een breder en groter relaas over liefde en liefdespijn. Het is een beeldrijk luisterspel, waarbij je tijdens het luisteren grijpt naar die snoepzak vol kleurrijke zoetjes en zuurtjes, waaraan je o zo moeilijk kan weerstaan.

In elk nummer dissecteren we een recente song. Muziekkritiek op de vierkante millimeter.

Chloë Nols is adjunct-uitgever bij ASP Editions en muzikante bij Chloë & The Lonesome Cowboy. www.chloeandthelonesomecowboy.com