Beste toekomstige decaan van mij

Door Dries Douibi, op Thu Sep 03 2015 11:51:32 GMT+0000

Toen ik enkele jaren terug op KASK schoolliep, zag ik in de lift plots een zelf gekriebelde flyer. Die nodigde me uit voor een nieuwe school, KASKPER genaamd. Kasper Devos – een medestudent, zo bleek later – had een fictieve school gesticht. Hij had, niet onhandig gebruik makend van de naam van z’n school, een anarchistische franchise opgericht. Dit gebaar opende meteen een ruimte in mijn hoofd en oxideerde een zee aan poriën in het harnas van de school. Voor het eerst realiseerde ik me hoe belangwekkend ‘alsof’ kan zijn, hoe kritisch mimesis kan zijn. En vooral hoe makkelijk men een school kan oprichten.

Maar dat soort problemen kennen we niet in het kunstonderwijs, want kunst is voor interpretatie vatbaar. Kasper had spelenderwijs het begrip school in plasticine gegoten. Hij deed me dromen over wat ik met die vrijgekomen ruimte in mijn hoofd kon doen en welke plaats de school daarin zou kunnen innemen. Een horizontale school. Een school ter herverdeling van kennis. Een school bestuurd door studenten en aangevuurd door een constante flux van docenten. Een school als oord voor politieke ontwaking. Een school als transversale ruimte voor intersectorale revolutie. Een school die niet zomaar een bepaald maatschappelijk regime achterna trippelt.

68_Douibi_® Kasper De Vos.jpg

Er zijn al boeken volgeschreven en menige doctoraten gefinancierd om het kwantificatie-vraagstuk in kaart te brengen, te tackelen en zo mogelijk zelfs op te lossen. Deze studies worden vaak dichtbevolkt door grappige en tekenende anekdotes. Zo is er die historie in Engeland, gidsland op het vlak van meten is weten, dat toen ze daar problemen ondervonden omdat er te veel ziekenhuisbedden met patiënten op de gang stonden, ze maar de wielen van die bedden draaiden. Zo werden ze niet meer als bedden herkend door de formulieren van de tellende organen. Probleem opgelost.

Ik droom van een school die zich meer expliciet in het politieke debat mengt

Maar dat soort problemen kennen we niet in het kunstonderwijs, want kunst is onmeetbaar. En ik ga zelf ook niet met een suggestie komen, want voor je het weet zitten we na één bespreking, twee vergaderingen, drie opleidingscommissies en vier faculteitsraden opgescheept met een cel dekwantificering. Die na een jaar verdampt omdat de leden van die cel de evaluatieformulieren over hun eigen werking uit frustratie eerst willen opeten en dan toch beslissen om ze ritueel te verbranden. Bij het daaropvolgende brandalarm weigeren ze consequent om de aanwezigheden te tellen, zodat we jaren later nog steeds niet zullen weten of iedereen het er heelhuids vanaf gebracht heeft.

Dat verhaal wisten enkele gastdocenten aan mijn oor te naaien tijdens de koffie. Deze lieve lieden waren een nieuwe onderzoekseenheid aan het oprichten, getiteld ‘interfacultairemedia’ (het kon ook ‘transdiscipline-associatie’ of ‘postmultisysteem’ geweest zijn). In elk geval waren ze al de laan uit toen het vehikel eindelijk boven de doopvont werd gehouden. Ik zag hun schaduwen nog verdwijnen toen ze via de grote poort weer de wijde wereld in mochten. Nadien werd dat vak vakkundig de nek omgewrongen door een uit een verzonnen verlofstelsel teruggekeerde professor die vanwege zijn vaste benoeming kon jojoën tussen levensvreugde en docentschap, terwijl hij de afgelopen tien jaar vooral uitblonk in flirten met zijn pensioen.

Maar dat soort problemen kennen we niet in het kunstonderwijs, want kunst is tegendraads. Enkele jaren geleden heeft Pascal Gielen het kunstenbestel een serieuze schop onder de kont gegeven door het uit te dagen om meer politiek te acteren. Hij verwachtte dat de sector als collectief meer uitspraken zou doen op terreinen waar we ons soms niet helemaal thuis voelen, maar die wel het gehele culturele klimaat in Vlaanderen bepalen. Hij daagde ons uit via concrete voorstellen over de VRT, het onderwijs, de NMBS, buitenlandse missies, ruimtelijke ordening, vluchtelingenproblematiek, Brussel en arbeidsrecht. Over dat laatste verklaarde hij dat we de economie fundamenteel zouden kunnen hertekenen door onze kennis te gebruiken om de postfordistische arbeidsethiek te corrigeren.

Waarschijnlijk droom ik te groot. Maar toch droom ik van een school die de handschoen van Pascal opneemt en zich meer expliciet in het politieke debat mengt. En studenten volop de ruimte en de middelen geeft om hetzelfde te doen. Een school die zich smijt en op zijn smoel gaat. En haar studenten vooral niet beschermt, zodat ze hetzelfde kan overkomen. Een school als paraplu van vele kleine utopieën. Schuchtere pogingen om het heden te verbeteren. Dát wil ik levenslang leren, dáárin wil ik permanent gevormd worden. En dat kan niet zonder het apparaat in de ogen te kijken. Niet zonder een koppige ambitie om productiesystemen in vraag te stellen. Voordat die systemen ons verteren.

Er is nood aan een systeemkritische school, een school voor de eenentwintigste eeuw

Maar dat soort problemen kennen we niet in het kunstonderwijs, want kunst is tijdloos. Er is nood aan een nieuwe instelling. Aan een systeemkritische school, een school voor de eenentwintigste eeuw. Bij deze schrijf ik een vacature uit voor decaan. Wie kan er in de sporen van Kasper treden? Wie wendt de fictie aan om aan de realiteit te beitelen? Wie ontwerpt nieuwe kennisuitwisselingen? Wie werft er studenten aan en onderwerpt docenten aan een toegangsproef? Wie opinieert er actief tegen de kwantificering van de samenleving? Wie schoolt er op mensenmaat? Wie gooit zij die verzuipen een boei toe? Wie zoekt naar sterke coalities om zich op terreinen te begeven waar we ons niet helemaal thuis voelen? Wie schudt het ritme en de volgorde van studeren, arbeid en leven overhoop?

Beste toekomstige decaan van mij, laten we samen bewijzen dat het kunstonderwijs inderdaad een laboratorium voor de gehele samenleving kan zijn, dat nieuwerwetse leef- en werkvormen uitprobeert in plaats van ouderwetse productieomstandigheden te kopiëren. Laten we samen bewijzen dat de hybride plek die kunstonderwijs is een nieuwe avant-garde kan vormen. Ondertussen kreunt het hele kunstenveld onder de algehele competitiedrang, dossierkoorts en  administratielast. Beste toekomstige decaan, sta me toe een voorspelling te maken: zo’n school zal na opening meteen uit haar voegen barsten, schreeuwend om aanvullende containerklassen.

Met vriendelijke groeten van één van uw toekomstige studenten,

Dries Douibi

Dries Douibi is curator, kunstenaar en dramaturg en maakt deel uit van de ploeg rond het artist-run festival Bâtard.