Beste Notre Dame

Door Bob Vanden Broeck, op Wed May 01 2019 22:00:00 GMT+0000

Bij het aanschouwen van de afgebrande Notre Dame ziet Bob Vanden Broeck niet enkel een verminkt Europees monument, maar ook hoe er uit zijn as een nieuwe visie op cultuur en geschiedenis kan herrijzen.

Op 19 april 2019 schreef je geschiedenis. Heel Europa had het erover: je had vuur gevat. De schade is immens. De prachtige houten toren ging meteen in de vlammen op. Onder het gewicht van die naar beneden gestorte toren, stortte dan weer een deel van het dakgewelf in. Het noordelijke roosvenster is er nog wel, maar het gewelf erboven is volledig verdwenen. Wat er van je overbleef: een kathedraal waarin gaten zijn gebrand. Je bent haast onherkenbaar. Doodzonde, ja, zeker.

Op dit eigenste moment staar ik naar een foto die werd genomen vanop enige afstand, na de brand. Je staat er wat verweesd bij, uitgeblust – vergeef mij deze woordspeling. Geen toren meer, slechts de stellingen die net geplaatst waren voor je renovatie. Je zou dit als een cynisch beeld kunnen omschrijven. Maar misschien zou deze foto ook meer kunnen betekenen dan het registreren van je vernieling, dan de teloorgang van een Europees icoon.

Ben je bekend met het werk van de Frans-Algerijnse kunstenaar Kader Attia? Doorheen uiteenlopende media onderzoekt hij de betekenis van het woord ‘herstel’. Attia vat ‘herstel’ niet op als een methode om iets terug in zijn oorspronkelijke toestand te krijgen. Integendeel, hij vat dit begrip net op als een manier om datgene wat kapot ging te benadrukken, te incorporeren in het herstelde object. Deze esthetiek put hij voornamelijk uit niet-westerse, of zogezegd ‘primitieve’ culturen.

Een van de bekendere voorbeelden van ‘herstel’ is Kintsugi, een Japanse techniek waarbij de barsten van gebroken porselein met goudlak worden ingesmeerd. De barsten worden tijdens het theedrinken naar de persoon gericht die uit de gebarsten kop zal drinken. De barsten, die herinneren aan het uit elkaar vallen, en ‘het samenkomen’ behoren tot één ritueel.

In het Westen wordt herstel opgevat als een terugkeer naar de oorspronkelijke toestand.

In het Westen wordt herstel opgevat als een terugkeer naar de oorspronkelijke toestand. Deze opvatting over herstel keert zowel terug met betrekking tot bijvoorbeeld ecologie, waarbij het oorspronkelijke natuurgebied wordt hersteld, veelal vóór de komst van invasieve exoten. Maar evenzeer ook, bijvoorbeeld, in de plastische chirurgie waarbij littekens en ‘lichamelijke imperfecties’ zoveel mogelijk worden weggewerkt met behulp van de chirurgische ingreep.

Ook recyclage is een vorm van een westerse opvatting over herstel. Recyclage ontkent de geschiedenis van een object. Als een smartphone sneuvelt wordt deze gewoon vervangen door een nieuwe smartphone. Het is deze diepgewortelde ontkenning van geschiedenis die in verband staat met ons onvermogen om te gaan met zaken als pijn, littekens, verdriet. En dit zowel lichamelijk, maatschappelijk als ecologisch.

Met betrekking tot de brand die jou trof, is dit erg relevant. Ik ben het er mee eens dat jij, net zoals de Eiffeltoren of het Atomium, een symbool bent, ja, een waar icoon van Europa. Maar wat zegt dit over Europa als een dergelijk icoon gedeeltelijk ineenstort? Monumenten, zoals jij, zijn vaak gebouwen die door de stad worden geconserveerd – zoals dat ook de bedoeling was met deze restauratie.

Monumenten verbeelden treffend de westerse blik op cultuur en geschiedenis, als iets dat verankerd is in de tijd

Monumenten verbeelden in die zin treffend de westerse blik op cultuur en geschiedenis. Veelal als iets statisch, als iets dat verankerd is in de tijd en voortdurend moet worden geconserveerd naar zijn oorspronkelijke toestand. Daarnaast ook als iets materieel, als iets dat duidelijk omlijnd is, afgebakend, ondoordringbaar, zoals jouw muren. Conservatie of restauratie kan hier worden opgevat als architecturale plastische chirurgie.

Dus ja, als identiteit door een gezicht wordt verbeeld, dan is het Europese gezicht nu gehavend, verminkt. Maar wat is die Europese identiteit? Welk gezicht zou die identiteit kunnen vormgeven, opeisen? Naar wie verwijst de ‘notre’ in jouw naam?

Europa herleiden tot zijn geografische grenzen zou een historische ontkenning zijn van onder andere de vele diaspora ten gevolge van de dekolonisatie. Nu ja, het zou ontkenning zijn van natuurlijke processen als migratie die door de mens werden gepolitiseerd.

In 1965 maakte Marcel Broodthaers Fémur de la femme Francaise. Het is een massief bot, beschilderd met de Franse driekleur. Broodthaers bekritiseert op die manier op humoristische wijze de absurde link die wordt gelegd tussen identiteit en het onbeweeglijke, van femme of dame ontdane bot. De identiteit van een land wordt niet afgebakend door een geografisch gebied of weerspiegeld door een vlag maar ontstaat net door uitwisseling. Grenzen zijn geen harde scheiding tussen gebieden maar fungeren juist als spons.

De identiteit van een land wordt niet afgebakend door een geografisch gebied of weerspiegeld door een vlag maar ontstaat net door uitwisseling.

Voor de Antilliaanse schrijver Edouard Glissant is in zijn boek The Poetics of Relation die transformatie, die uitwisseling met de ander, het centrale uitgangspunt. Identiteit ontstaat altijd in relatie tot ‘de Ander’, is voortdurend in beweging. In datzelfde boek heeft Glissant het in een hoofdstuk over ‘opaciteit’. Hij verkent de kleur zwart en de notie van ondoorzichtigheid als een vorm van onherkenbaarheid. Opaciteit biedt sociale bewegingen daarom het radicale potentieel dominantiesystemen te ontwrichten. Glissant eist het recht op opaciteit op. Het moet de onderdrukten toegestaan worden ondoorzichtig te zijn, niet volledig begrepen te worden maar gewoon te bestaan als zijnde ‘anders’.

De gaten in je uitgebrande architectuur, kunnen misschien vooral worden opgevat als de mogelijkheid voor een nieuw begin. In het foto-essayboek Suturing The City, over Kinshasa, verbeelden Sammy Baloji en Filip De Boeck het gat als een metafoor voor verval, leegte, economische depressie en een open koloniale wonde. Daarnaast is het gat ook een verwijzing naar een informele markt, als een ruimte waarin mensen kunnen samenkomen. Het gat kan ook opgevuld worden.

De gaten in je uitgebrande architectuur kunnen misschien vooral worden opgevat als de mogelijkheid voor een nieuw begin.

Kortom, een gat kan zowel iets negatief als iets hoopvol verbeelden. Zwarte gaten die verwijzen naar een donker verleden een verstikkend heden en tegelijk naar een ruimtelijke mogelijkheid om hieraan te ontsnappen. Het is deze ambivalente benadering van het zwarte gat die ook door de Curaçaose Radna Fabias wordt uitgewerkt in haar veelgeprezen debuutbundel Habitus.

Ik ben er van overtuigd dat het vuur is aangestoken door een geest. Door een koloniaal spook dat zich in het gebouw heeft gedrongen en als een gigantische rookwolk weer naar buiten kwam. Attia heeft het over de mythe met betrekking tot de terugkeer naar de oorspronkelijke toestand. Zoals bij een perfect uitgevoerde plastische ingreep altijd een sneetje zichtbaar blijft – daar waar het haarfijne mesje in de huid sneed – zo nestelt zich ook altijd een barst in monumentale gebouwen waarop bepaalde Europeanen hun statische identiteit projecteren. Geschiedenis beweegt: de sporen die we achterlaten liggen voor ons.

Het spook is door deze barst de Notre Dame binnengeglipt en heeft een vuur gestookt in Europa’s onverwerkte geschiedenis. Niet alleen om de kathedraal te vernielen maar ook om de Europese identiteit te herstellen. Zo is het ook prachtig dat er door jouw brand niet alleen een stukje geschiedenis verdwijnt, maar tegelijk ook weer een stukje geschiedenis opnieuw wordt ontdekt – het loopt storm voor het boek dat Victor Hugo naar jou vernoemde, het boek is overal meteen uitverkocht. En zo is het ook geweldig dat er rond het puin van een kerk zich biddende mensen verzamelen.

De foto van de afgebrande kathedraal waarrond de restauratiestellingen staan geplaatst, verbeeldt voor mij helemaal de opvatting van Kader Attia over ‘herstel’. In de zwarte assen ontstaat er een vruchtbare grond, voor een andere, minder transparante chronologische geschiedenis.

Deze brand verplicht ons te leren omgaan met vernieling, breuken, pijn. De monumentale architectuur – symbool voor een streng en gesloten Europa – wordt poreus.

Deze brand verplicht ons te leren omgaan met vernieling, breuken, pijn. De monumentale architectuur – symbool voor een streng en gesloten Europa – wordt poreus. Er zitten gaten in de architectuur, aszwarte, opake gaten. Datgene wat ternauwernood werd uitgesloten heeft zich een weg naar buiten gebrand. Deze afgebrande Notre Dame is een monument voor alle mensen die worden uitgesloten in deze samenleving. Hier, bij ons, kunnen, de vreemden, de verdwaalden, de nooit gelanden, de ontwrichten, samenkomen.