Abbas Fahdel: 'Ik zie geen oplossingen'

Door Ann Overbergh, Gawan Fagard, op Fri Sep 30 2016 17:34:53 GMT+0000

_Homeland (_Iraq Year Zero) - begin oktober opnieuw te zien in België - is een zes uur durende documentaire van de Frans-Iraakse regisseur Abbas Fahdel, niet te verwarren met de gelijknamige Amerikaanse successerie. Niet de CIA speelt hier de hoofdrol, maar gewone Irakezen in Bagdad wiens leven door de eigen regering, door het Westen en door IS onmogelijk wordt gemaakt. ‘Toen ik vertrok, was vluchten iets uitzonderlijks', vertelt Abbas Fahdel aan rekto:verso. 'Niemand vertrok, niemand had het nodig.’

72_overbergh_homeland 7.jpgLees hier ook het artikel van Gawan Fagard over nakende films over het Irak van vandaag

In Homeland brengt Abbas Fahdel de levens in beeld van zijn naasten en geliefden in Bagdad, vóór en na de Amerikaanse invasie. Al levert de aaneenschakeling van alledaagse scènes een sereen gefilmd stilleven op, toch word je langzaam meegezogen in de kwaadheid op de zelfverklaarde ‘bevrijder’. Wat begint als kleine irritaties, zet zich geleidelijk om in angst en draait uiteindelijk uit op woede tegen de brutale bezetter.

Zelf vestigde Fahdel zich eind jaren 1980 in Parijs om film te studeren, maar de liefde voor zijn thuisland en zijn bevolking bleef zeer groot. In Homeland spat die liefde ook van het scherm. Fahdel vertrekt vanuit familiale geborgenheid en biedt tegen die achtergrond een blik op de politieke sfeer van die tijd. Dat de film er nu pas is, heeft te maken met de dood van Fahdels neefje Haider, die prominent in beeld komt tijdens de film, maar in 2003 door een straatbende werd doodgeschoten. Tien jaar lang kon Fahdel er zich niet toe brengen de beelden te bekijken, laat staan ze te monteren. Intussen maakt de familie van Fahdel het relatief goed, ondanks het verdriet om Haider en ondanks het feit dat de grote en kleine problemen van toen zijn gebleven.

Je zoomt radicaal in op je eigen familie. Welk beeld van Irak hoop je zo op te roepen?

‘Ik wou vooral een tegenstem bieden aan het beeld dat de media van Irak ophangen. Toen de Amerikaanse invasie dreigde, voelde ik me dubbel aangesproken: als Irakees en als cineast. Als Irakees lag de eerste Golfoorlog van 1991 nog vers in mijn geheugen, al woonde ik toen al in Parijs en was ik dus afgesneden van al wie me dierbaar was. Skype en Facebook hadden we nog niet, en ik was doodsbang dat iemand iets zou overkomen. Zo’n periode wilde ik in 2003 niet opnieuw meemaken, ik wou echt zoveel mogelijk bij mijn familie zijn. Als filmmaker had ik dan weer gezien hoe “de Irakees” in de media herleid werd tot een naamloze abstractie. Op de televisie kreeg je geen Irakezen te zien, enkel stereotiepe omschrijvingen en oorlogsretoriek over massavernietigingswapens. Een bewuste strategie natuurlijk: wie ergens oorlog wil voeren, moet dat verantwoorden voor zijn eigen mensen, en dat lukt niet als je het volk dat je wil aanvallen al te menselijk toont.’

Je woont sinds je achttiende in Frankrijk. Heeft dat externe perspectief je geholpen in je observaties?

In de leemte tussen Iraakse makers, onkritische buitenlandse journalistiek en racistische cinema wilde ik een alternatief beeld creëren van mijn land en zijn mensen.

‘Die dubbele blik was zeker een voordeel. Iraakse makers zijn niet geïnteresseerd in het dagdagelijkse, zij maken vooral actie en drama. Dat is geen waardeoordeel: er is een jonge en actieve scene in Bagdad, maar zij hebben noch de opleiding of praktijkervaring die ik al die jaren heb kunnen opbouwen, noch de afstand die ik kan nemen. Buitenlanders komen dan weer vooral reportages maken, met hun sterke neiging om het beeld dat de media toch al van Irak ophangen te reproduceren. Ik heb gezien hoe dat gaat: zodra ze voet aan de grond zetten in Bagdad, komt een chauffeur/tolk hen oppikken en brengt die hen naar een hotel waar alleen maar internationale pers en professionals zitten. Hun beelden draaien ze vanop het dak, van het land zelf zien ze niets. Voorts heb je films als American Sniper van Clint Eastwood, die doodleuk openen met een Iraakse moeder die haar zoon met een bompakket op Amerikaanse soldaten afstuurt, en doodgeschoten wordt door een scherpschutter, de held van het verhaal. In die leemte tussen Iraakse makers, onkritische buitenlandse journalistiek en racistische cinema wilde ik een alternatief beeld creëren van mijn land en zijn mensen.’

Reageren Irakezen en Fransen anders op de camera?

‘Het verschil is groot, maar niet op de manier die je misschien zou verwachten. Voor ik in 2003 naar Irak vertrok, wilde ik in Frankrijk ‘oefenen’ met het filmen van mensen op straat. Hoe spreek je ze aan, hoe win je hun vertrouwen? Het bleek lastig: mensen waren argwanend of weigerden zich te laten filmen. Ik vreesde dus des te meer voor Bagdad, maar daar was het net omgekeerd. Onder Saddam waren camera’s verboden, zelfs op straat mocht je geen foto’s maken. Gefilmd of gefotografeerd worden, was het voorrecht van mensen met macht of aanzien. Als ik dan kwam aanzetten met de vraag om mensen te mogen filmen, kreeg ik vooral vriendelijke en nieuwsgierige reacties. En de kinderen, die werden aangetrokken tot mijn camera als motten tot een lamp. Bij zo’n open houding komt wel een grote verantwoordelijkheid kijken. Op een gegeven moment laat ik een wapenhandelaar aan het woord, die zijn gerief gewoon op straat aan het verkopen is. Hij verdedigt wapenhandel en -bezit tegenover mijn neefje Haider, iets waar ik tegen ben. “Gelukkig is Saddam niet meer aan de macht, nu kan ik wapens verkopen”, zegt hij onder meer. In de toenmalige politieke context konden dat soort uitspraken gevaarlijk zijn, maar die man was zich niet bewust van het gevaar van de camera. Ik heb hem laten praten, maar breng heel bewust zijn gezicht niet in beeld. Als cineast ben je als een priester of een advocaat: je moet de mensen beschermen, ook tegen zichzelf.’

72_overbergh_homeland 6.jpg

De kinderen zijn niet bij je weg te slaan, maar het valt op dat volwassen vrouwen de lens ontwijken.

‘Dat lag inderdaad gevoeliger. Twee van mijn drie zussen wilden helemaal niet in beeld komen. De derde, Haiders moeder, zie je enkel aan het begin van de film, wanneer ze aan het koken is. Ze vraagt of iemand haar haar hoofddoek wil aanreiken, waarmee ze eigenlijk signaleert dat ze zich niet op haar gemak voelt voor de camera.

Het is een kwestie van cultuur, maar ook van generaties. Mijn nichtjes werden maar al te graag gefilmd. Je ziet ze lol maken met elkaar, naar school gaan, examens afleggen, praten met broers en zusjes.’

Zijn vrouwen er nu beter of slechter aan toe dan voor de invasie?

‘Toen ik Irak verliet droeg mijn zus minirokken. Nu, twintig jaar later, is ze gesluierd en verwacht ze hetzelfde van haar dochters. En dat is niet omwille van religie of “wat de mensen denken”. Het land is erg onveilig geworden en als bezorgde moeder denkt ze dat een sluier haar dochter kan beschermen. Het is een paradox: westerse landen ontketenen oorlogen in de naam van vrijheid en democratie. Wat is er in Irak gebeurd? Onder Saddam, zonder meer een afschuwelijk dictator, konden vrouwen kiezen hoe ze voor de dag kwamen. De Amerikanen vallen binnen met hun opvattingen over vrijheid, maar laten het land in chaos verzanden… en het eerste slachtoffer zijn de vrouwen, die ten prooi vallen aan plunderaars, verkrachters en dieven. Wat heeft die zogenaamde vrijheid hen dan opgeleverd? In een scène in Homeland zie je een van mijn nichtjes die ‘s avonds laat thuiskomt, een beetje giechelig. Mijn broer vraagt waar ze geweest is. “Gestudeerd bij een vriendin”, zegt ze. “Zo zie je er anders niet uit”, antwoordt haar vader, en zij: “een mens moet zich amuseren als er oorlog zit aan te komen.” Dat was voor de invasie, een jonge vrouw kon in de late uurtjes op straat komen zonder zich ergens om te bekommeren. Erna, in het tweede deel van de film, ziet ze dat al helemaal anders. Ze wil niet meer alleen buiten, zelfs niet overdag. De situatie van de vrouw is er snel op achteruit gegaan. Intussen lopen ook Christelijke vrouwen gesluierd.’

Dat was in 2003, is er sindsdien niets veranderd?

De wegblokkades dienen nergens toe, maar ze zijn er vandaag nog steeds en zorgen enkel voor ergernis.

‘Het zwaarste geweld heeft gewoed in 2006-7: een quasi-burgeroorlog tussen religieuze groeperingen,  een rechtstreeks gevolg van de invasie. Honderden doden per dag zag je toen, de lijken lagen op straat. Nu hebben verschillende milities en fracties de macht en de rijkdom onderling verdeeld en is er een soort gewapend evenwicht. Er zijn geen ontvoeringen of willekeurige moorden meer, maar wel vele aanslagen van IS. Daarnaast zijn ook de problemen met watertoevoer en elektriciteit er allerminst op verbeterd (in de film zie je hoe de familie een waterput graaft om te anticiperen op watersnood; de Golfoorlog heeft de mensen leren ‘omgaan’ met oorlogssituaties; nvdr). Of neem de wegblokkades: al dienen ze nergens toe, ze zijn er vandaag nog steeds en zorgen enkel voor ergernis. Officieel hebben de Amerikanen zich teruggetrokken, maar ze zijn er nog met een paar tienduizenden. Ze trainen en bewapenen het leger, en in de praktijk blijven zij de controle behouden.’

Je zegt dat de invasie heeft geleid tussen verhoogde spanningen tussen religieuze fracties?

‘Vroeger bestonden die niet eens!In mijn familie hebben we Soennieten en Sjiieten, en in mijn film kan je op geen enkel moment uitmaken wie waartoe behoort. Dat was zo voor het hele land. Als kind wist ik dat mijn vader Soenniet was en mijn moeder Sjiiet, maar wat dat verder betekende, daar had ik geen idee van. De VS, die Irak erg karikaturaal bekijken, hebben een politieke machtsverdeling langs confessionele lijnen grondwettelijk verankerd. Saddam was een Soenniet en dus moesten zijn vijanden wel Sjiieten zijn, en die moest je dus meer macht geven om het evenwicht te herstellen. Sinds de “bevrijding” moet de president een andere religie aanhangen dan de eerste minister. Het resultaat? Men is gaan redeneren en werken in het belang van het eigen “volk” in confessionele zin. Geen enkele politicus heeft nog een visie voor het hele land. En ze bedienen elkaar: is de ene strekking aan de macht, dan krijgt de andere lucratieve postjes. Irakezen die gaan stemmen, kiezen nu voor de Sjiiet of de Soenniet in plaats van voor links of rechts. Als je je in geen enkele religie herkent – en dat geldt lang niet enkel voor mij – voor wie moet je dan stemmen? Dat gaat ver, hoor: als het land studenten met beurzen naar het buitenland wil sturen, dan moeten ze de percentages Soennieten en Sjiieten in rekening nemen. Het is overigens kort na die maatregel dat een aantal Soennieten uit rancune is gaan radicaliseren. Zij liggen dan weer aan de grondslag van IS, samen met ex-militairen van Saddam’s Baath-partij.

Het is met die verschillen dat de nieuwe generatie opgroeit, én met bruut geweld. De wijk waar ik vooral gefilmd heb, waar Haider is doodgeschoten, is een gemengde wijk met verschillende religieuze fracties en criminele groepen: drugsverslaafden, vrijgelaten gevangenen, misdadigers… Ze hebben de controle over die buurt gegrepen en zich pas daarna bekeerd. Zo menen ze een morele religieuze legitimering te vinden om te blijven doen wat ze toch al deden: verkrachten, stelen en moorden.’

72_overbergh_homeland 1.jpg**Je film toont een sterke cohesie, een groot vertrouwen tussen mensen in Irak, althans in het deel vóórde invasie. Is die solidariteit nu verdwenen? Is er op straat nog vertrouwen in elkaar? **

‘Zo dramatisch is het nu ook niet. Ga je naar Bagdad, dan zie je ook daar pleinen waar mensen gewoon eten en drinken of aan ijsjes likken. Je kan door wijken wandelen waar niet te zien is wie Sjiiet, Soenniet, Koerd, Arabier, Christen of Moslim is. De mensen hebben geleerd uit het sektarische geweld dat woedde tot 2007. En wat goed is, nu heb je vrijheid van meningsuiting. Er zijn dagelijks protestacties tegen de overheid, online en op straat: Sjiieten noch Soennieten zijn blij met “hun” corrupte en incompetente leiders. Ze tekenen miljardencontracten voor explosievendetectoren die niet werken, maar waarvoor ze riante commissies opstrijken. Ze roepen Irakezen op om patriottisch te zijn en niet te vluchten, maar brengen hun eigen familie onder in Engeland. Ze verdienen zo’n 30,000 USD netto per maand in een land dat schreeuwt om heropbouw, en zien daar geen graten in. Het is een ramp. De vraag is enkel: als je je regering omverwerpt, wat stel je daartegenover? De Arabische Lente heeft ook geen verandering teweeggebracht. Er was veel om tegen te revolteren, maar tegen de uitdagingen van zo’n politiek vacuüm is de jeugd niet opgewassen.’

Bij gevluchte Irakezen in België merk je vaak een zekere melancholie over het Saddam-tijdperk. Hij was een sterke dictator die al die versplinterde krachten kon samenbrengen, vinden ze. Ze hebben geen geloof meer in democratie.

‘Wat heeft de democratie, aanvankelijk zo feestelijk binnengehaald, hen opgeleverd? Totale chaos. Dat Irakezen terug verlangen naar Saddam is zuur, maar ook het ultieme bewijs dat het Amerikaanse project is mislukt. In Homeland zegt iemand op gegeven moment: “Onder Saddam kon je tot drie uur ‘s nachts de straat op. Nu blijft iedereen na zonsondergang binnen.” Mensen zijn ook gewoon kwaad, diezelfde man is zijn broer verloren, gedood door Amerikaanse militairen. Het hoeft dus niet te verwonderen dat hij terugverlangt naar vroeger. Dit gezegd zijnde, hebben de mensen die nostalgisch doen over Saddam doorgaans niet onder zijn bewind moeten leven.’

In 2003 kwam iedereen op straat om tegen de invasie te protesteren. Nu slagen we er niet in de link te leggen tussen wat er toen is gebeurd en de talloze vluchtelingen vandaag. Vergeten we te snel?

Ik ben erg pessimistisch, en niet enkel op korte termijn.

‘Absoluut, en daarom wil ik mijn film hier zo graag tonen. Toen ik vertrok, was vluchten iets uitzonderlijks. Niemand vertrok, niemand had het nodig. Als je je niet met politiek inliet – dat was riskant – dan kon je goed leven. Irakezen zijn honkvast, ze hebben geen traditie van vertrekken. En nu? Vijf miljoen vluchtelingen! Gedwongen te vertrekken om hun leven en dat van hun kinderen te redden, hen een toekomstperspectief te kunnen bieden. Want het gaat niet enkel om levensbehoud. Het niveau van ons onderwijs was zo vermaard, iedereen kwam naar Irak voor een goede opleiding. Nu heeft corruptie het land verrot: als je een diploma wil koop je er één, als je geld hebt tenminste. Er is geen toekomst. Ik ben erg pessimistisch, en niet enkel op korte termijn.’

Je ziet helemaal geen oplossingen?

‘Ik zie geen oplossingen. “We hebben een dictator nodig” zeggen sommigen, maar ze dwalen. In 1957 maakte een militaire staatsgreep een einde aan de corrupte monarchie, toen onder bescherming van Groot-Brittannië. In de jonge republiek die erop volgde, hebben we staatsgreep na staatsgreep gezien. Als we er vandaag opnieuw één meemaken, wat dan? In theorie kan men een uitzonderingsperiode installeren om nieuwe politieke formaties te laten ontstaan, maar geloof jij dat dat lukt? En die militairen, hebben die dan wel een integrale visie over het hele land? Irak is diep verdeeld, en niet enkel langs confessionele lijnen. Het Noorden, Koerdistan, is zo goed als onafhankelijk. Het Westen is onder controle van IS. Bagdad en het Zuiden vallen onder de centrale overheid.

En de Amerikanen? Donald Trump is een onversneden racist, Hillary Clinton steunde de invasie. Obama is een goede president, maar ook hij krijgt niets voor elkaar in Irak. Hij bokst op tegen te grote militaire en economische belangen.’

72_overbergh_homeland 4.jpg

Wat Homeland ook feilloos doet, is de ‘haat’ tegen het Westen duiden. Je ziet de graduele overgang van enthousiasme, nieuwsgierigheid en geduld naar irritatie, angst en blinde woede.

‘Tot 2003 werd het Westen gezien als een oord van vooruitgang en vrijheid. Kort na de invasie lieten studenten zich graag fotograferen met Amerikaanse soldaten. Maar die hebben blunder na blunder opgestapeld. Ze hebben zich niet als bevrijder, maar als bezetter gedragen. Ze hadden geen idee wat ze zouden doen na de val van Saddam. Alsof bij wonder al de rest vanzelf goed zou komen. Ze hadden geen enkele kennis over het land. Ze konden niet voorzien in veiligheid. Wat ze niet zelf hebben platgebombardeerd, hebben ze laten afbranden door plunderaars.

En ze waren bang van ons! Een straatverkoper in mijn film, een wat verwaaide man met vuil shirt, beklaagt zich: “Elke keer als ze me zien, houden ze hun geweer in de aanslag! Ik verkoop olie, is dat een misdaad? Ben ik een crimineel?” De moeder van een door Amerikanen gedood kind zegt dat ze meteen een Amerikaan zou doodschieten als ze een wapen in handen kreeg. Vermenigvuldig dat met naar schatting misschien zo’n 100.000 mensen die wraakgevoelens koesteren, en je snapt de sluipende dreiging, zelfs al gaan misschien slechts een paar duizenden daarvan over tot handelen. En dan is er nog IS, naar schatting zo’n 20.000 man sterk. Dat stelt op zich weinig voor, maar ze staan klaar om te sterven en ze maken indruk: nu veranderen Frankrijk en België zelfs hun wetten, doodsbang gemaakt door slechts enkele individuen. Hoeveel mensen zijn er gestorven in aanslagen hier? Vergelijk dat met jullie verkeersdoden per jaar. Die angst is niet rationeel, maar wordt gevoed door (extreem-)rechtse partijen.’

Die partijen benadrukken de afkeer van onze waarden en vrijheden. Heeft dat er dan niets mee te maken?

‘Welnee. Hoeveel moslims zijn er in België die niemand lastig vallen en rustig hun leven leiden? Dat is de stille meerderheid, die dubbel te lijden heeft onder die aanslagen. Ik zie een objectieve alliantie tussen het nieuw opkomende fascisme en racisme, en IS. Beiden willen een oorlog tussen het Oosten en het Westen. Heeft IS ooit een aanslag gepleegd tegen extreemrechts, dat moslims op zijn zachtst gezegd niet als zijn beste vrienden beschouwt? Een vriend van mij die als receptionist bij de Irakese ambassade in Frankrijk werkte, vertelde me ooit dat het Front National er polste naar een onderhoud met Saddam. Ze zijn aangetrokken tot dictatuur en extremisme. Volgens mij hebben ze een heimelijke fascinatie en bewondering voor dat soort figuren. Ze zijn anti-democratisch, maar maken wel gebruik van democratische systemen. Marine Le Pen voert een zachter discours dan haar vader, die niet in politieke macht geloofde en dus vrijelijk zei wat hij wou.

72_overbergh_homeland 2.jpgEn wie zit aan de knoppen bij IS in Irak en Syrië? Ex-militairen van Saddam’s leger, destijds ontbonden door de Amerikanen: honderdduizenden militairen die weten hoe je oorlog voert, en die de werkloosheid zijn ingestuurd. Dat was alweer een blunder van formaat: je kan Saddam straffen, zijn minister van Defensie, zijn dichte getrouwen, maar toch geen honderdduizenden getrainde soldaten die monden te voeden hebben en hun inkomen verliezen! Velen hebben zich uit de slag getrokken door andere dingen te gaan doen, zo zie je in mijn film iemand die nu een biljartzaaltje uitbaat. Maar voor anderen is dat niet bevredigend. Die hebben wapens uit het leger achterover gedrukt, hebben zich bekeerd en zijn IS gaan leiden.’

Zie je parallellen tussen wat Irak heeft doorgemaakt en Syrië vandaag?

‘Syrië is er stukken erger aan toe. In Irak is de wereld misschien nog iets meer geïnteresseerd omdat het olie heeft. Als buitenlandse machten in Syrië interveniëren is het met blinde bombardementen die de burgerbevolking treffen. De Syriërs zitten gekneld tussen een dictatuur, IS en splinterbewegingen. Volgens mij zal IS het in Irak niet lang meer uithouden, maar in Syrië wel, zolang de chaos daar blijft heersen. Misschien mogen we hopen dat naarmate IS terrein verliest in Irak, het ook in Syrië zal wegdeemsteren, maar wat daarna? Is het probleem daarmee opgelost? Wat moet er in Syrië in de plaats komen? Ik weet het echt niet.’

_Homeland _speelt nog op 2, 6 en 16 oktober in Cinema Nova. De film maakt deel uit van het ‘War is Over’ programma. Voor meer informatie: www.nova-cinema.org

Gawan Fagard is mede-initiatiefnemer van Cinemaximiliaan. Ann Overbergh is programmator bij Vlaams-Nederlands Huis deBuren en redactielid van rekto:verso.