Aandacht aandacht

Door Bert Van Raemdonck, op Thu Apr 12 2007 08:49:38 GMT+0000

KONTRO
AANDACHT, AANDACHT!

: Bert Van Raemdonck

Red de Boekentoren! Die kernachtige kreet vond ik een tijd geleden in mijn mailbox. Omdat ik weet hoe dringend het gebouw van de Gentse Universiteitsbibliotheek aan renovatie toe is, en omdat ik ooit in die fantastische constructie van Henry Van de Velde fataal mijn hart heb verloren, voelde ik mij aangesproken. Een paar muisklikjes later had ik zonder het goed en wel te beseffen een stem uitgebracht om de Boekentoren in de volgende ronde van de Monumentenstrijd te helpen. Maar daar kreeg ik snel spijt van. Wie zich inzet voor het Goede Doel, houdt daar normaal gezien een Goed Gevoel aan over: aan elke vorm van altruïsme zit een egoïstisch kantje. Waarom voelde ik mij na mijn stem op de Boekentoren dan zo slecht?

Toen de Monumentenstrijd van start ging, hebben meer dan 350 beheerders van Vlaamse monumenten en erfgoedsites zich ingeschreven om een bedrag van 500.000 euro te ontvangen, bedoeld voor restauratie- of herstelwerken. In een ontzettend dure brochure over de wedstrijd spreekt Dirk Van Mechelen (als Minister van Ruimtelijke Ordening verantwoordelijk voor onroerend erfgoed) bijgevolg over 'vele positieve reacties' en een 'overweldigende respons op de open oproep'. Dat is een perverse verdraaiing van de werkelijkheid. Want wat is de deelname van 350 erfgoedbeheerders aan een dergelijke wedstrijd anders dan een massale noodkreet en een aanklacht tegen het feit dat Vlaanderen zijn erfgoed laat verkommeren?

Van de 350 kandidaten werden er dertig geselecteerd voor een longlist. Wie heeft die 320 monumenten die afvielen te min bevonden om te worden gerestaureerd? En welke criteria hebben ze daarvoor gehanteerd? We hebben er het raden naar. De boodschap is in elk geval duidelijk: 320 cultureel waardevolle gebouwen en monumenten kunnen de premie op hun buik schrijven. Bedankt voor de deelname, jongens! Brokkel nu in alle stilte maar weer lekker verder af! Verrek, verroest, stort desnoods helemaal in, maar onze show must go on.

Om tot een shortlist te komen, werd aan het Volk gevraagd een stem uit te brengen. Met mijn emotionele keuze voor de Boekentoren was ik een van de 100.000 kiekens die daar nog zijn ingetrapt ook. De prijzenpot werd meteen verdubbeld: er staat nu al 1 miljoen euro ter beschikking van de winnaar. Dat bedrag, dat eigenlijk lachwekkend is als je bedenkt dat een doodgewoon huis tegenwoordig al makkelijk een kwart daarvan kost, is op een inventieve manier bij elkaar geronseld. De 'partners' die de Monumentenstrijd organiseren (en dus financieren) heten niet de Vlaamse, de federale en de provinciale overheid, maar De Standaard, Fortis, Duvel (!) en Windows Live. Naast de Nationale Loterij en het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, red.) zijn ook enkele 'erfgoedpartners' bij de strijd betrokken, waaronder Erfgoed Vlaanderen en het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed.

Hoe is het mogelijk dat die laatste organisaties 'partners' zijn in een wedstrijd waarin hun eigen core business op het spel staat? De Monumentenstrijd is toch niets meer dan een openbare faillietverklaring van de erfgoedsector, die in de eerste plaats een kwestie voor de overheid hoort te zijn? Het is compleet ridicuul dat men per sms of op het internet laat bepalen welk monument het verdient om te worden opgekalefaterd en welk niet.

Wat wordt de volgende wedstrijd? Een gok: de Geneeskundestrijd. U kunt zelf bepalen welke tak van de geneeskunde wat extra geld krijgt om te moderniseren: de oncologie, de cardiologie of de hersenchirurgie. De winnaar krijgt nieuwe apparatuur en meer middelen voor onderzoek. De verliezers zullen het de komende jaren moeten stellen met materiaal dat ze zelf als ouderwetse rommel beschouwen. En de Orde van Geneesheren is een officiële partner. Of wat dacht u van de Onderwijsstrijd, een spannend concours waarin alle netten en afdelingen van alle Vlaamse scholen het tegen elkaar opnemen? Jammer voor de kindjes uit de katholieke BSO-scholen, maar het ASO van de gemeenschapsscholen staat stevig op kop.

De Monumentenstrijd plaatst erfgoed 'in de kijker'. Met die boodschap verdedigt Van Mechelen in de hierboven genoemde brochure de tragikomedie die de Monumentenstrijd uiteindelijk is. Het enige doel is blijkbaar een beetje aandacht te wekken voor een aantal gebouwen en sites die dat allemaal verdienen, maar die kennelijk allemaal ook in verval zijn. De cultuur- en de erfgoedsector bevestigen daarmee de diagnose van een symptoom dat al een hele poos pijnlijk zichtbaar is: ze zijn de (blijkbaar gewillige) slachtoffers van een alles verslindend aandachtsfascisme. Wie zich 'in de kijker' weet te werken, is de held van de dag, ook al staat het water hem intussen wel tot aan de lippen. En wie genoeg idioten zoals ik over de streep kan trekken om hun emotie even over hun verstand te laten zegevieren, rijft de poen binnen. De kater achteraf moet je er natuurlijk wel bijnemen, en wie niet genoeg mensen van zijn kwaliteiten (of in dit geval: gebreken) kan overtuigen, is al helemaal de pineut.

Dirk Van Mechelen moet zich schamen. Dat doet hij blijkbaar ook, want in de Monumentenstrijd-brochure wordt zijn naam niet eens vermeld. Hij noemt zichzelf kurkdroog 'De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor het Onroerend Erfgoed'. Zou u meteen geweten hebben dat het Van Mechelen is die over die portefeuilles beschikt? Ik niet. Dat wordt een ramp tijdens de volgende Verkiezingsstrijd.

VERSO

UIT LIEFDE VOOR EEN MONUMENT

: Sylvia Van Peteghem

Ik ben geen televisiekijker en dus ontgaat me af en toe wel iets. De grootste Belg heb ik van op de zijlijn gevolgd tot het enkel nog ging om sportlui en Pater Damiaan. Al onthoud ik de verwondering bij het zien van sommige namen op de lijst en al ging ik toch wel even na wie de voor mij illustere onbekenden waren. Helemaal onberoerd liet het mij dus niet.

Toen in de loop van de maand mei een eerste berichtje binnenliep over de monumentenstrijd, verwarde ik het met een vage herinnering aan een BBC-programma — dat ik nooit zag — waarbij je kon stemmen over welk gebouw je afgebroken wilde zien. Uiteraard wilde ik de Boekentoren aanvankelijk zo ver mogelijk van dit programma houden … je weet maar nooit.

Vanuit diverse hoeken en hoekjes kwam de vraag om toch deel te nemen aan de monumentenstrijd. Nu verwacht je wellicht dat de eerste aanzet van de universiteit zelf kwam, om de eigen investeringskosten een beetje minder te maken. Dat was niet het geval. De suggesties kwamen van een buurtbewoner, een architect, een journalist, een student, een krantenlezer …

Een probleem was en is dat ik niet zo'n wedstrijdmens ben. 'De eerste willen zijn' geeft me een slecht gevoel, want hoe kies je tussen allemaal beslist interessante gebouwen zoals een cinemazaaltje, de Koninklijke Stallingen, heerlijk groene landschappen, sterke bouwsels van grote architecten, een klein kerkhof Père Lachaise waardig? Je wil voor al die monumenten en plekken het beste, maar er moet in dit soort constructies nu eenmaal een winnaar zijn.

Het eenvoudigste is om aan de kant te blijven staan en te kiezen voor negativisme: dat alles toch vooraf werd beslist, dat het een schande is dat er voor zo'n belangrijk onderwerp en zo'n vanzelfsprekende opdracht een wedstrijd moet komen, dat het enkel voor politieke figuren werd opgezet, … genoeg redenen dus om niets te moeten doen.

Als je dan, nog altijd twijfelend of je nu al dan niet in een wedstrijd stapt, van op die Boekentoren (met, als het weer en de ogen een beetje meezitten, een zicht tot in Antwerpen) Gent ziet en tracht om uitzonderlijke gevels en torentjes te situeren die je daarna eens van dichtbij gaat bekijken, dan schrik je toch wel even. Pas dan zie je de soms schitterend onderhouden parels die ons land en onze streek rijk zijn, maar helaas veel vaker ook de houten schuttingen, de verwaarlozing … of totaal foute restauraties. Je hoeft zelfs geen uitzonderlijke plekjes op te zoeken of in drukke winkelstraten in het midden van de stad hoger te kijken dan het uitstalraam en je weet waarover ik het heb. Hoewel die winkeletalages in heel de wereld precies zo te vinden zijn en die huizengevels het aparte, mooie en absoluut unieke beeld van een stad bepalen. Een totaal gebrek aan aandacht en een totaal gebrek aan respect en verantwoordelijkheid doen dit soort dingen met een gebouw.

Studenten architectuur maakten een paar jaar geleden een simulatietekening van een verwaarloosde Boekentoren, met het dak er half af, ramen in scherven of eruit, kraaien die in- en uitvliegen en vlier die groeit waar hij zijn wortels kwijt kan. Een kinderboekje vertelt ook het verhaal van een heel verdrietige Boekentoren die treurt omdat hij geen pleintje heeft en er een beetje opgelapt bij staat en omdat toeristen enkel oog hebben voor de andere Gentse torens. Dus verhuist hij naar de maan. Twee nachtmerriescenario's die allebei tonen wat er gebeurt als je een monument als de Boekentoren verwaarloost. Dan kan je ook geen neen zeggen tegen een wedstrijd die erfgoed in de kijker plaatst, en hoe!

En je stapt, bijna met je ogen dicht toch in de strijd. Niet helemaal beseffend wat het allemaal kan worden en of je wel kans maakt. Dat schrikt wel even af. Tot je merkt dat heel wat mensen al klaar staan om er helemaal voor te gaan, door de meest uiteenlopende banden verbonden met het gebouw: een lief ontmoet, een boek gevonden, zijn fiets ertegen geparkeerd, uren gestudeerd en er zich thuis gevoeld, of gewoon onder de indruk zonder meer. Onder de indruk van de ruimte, het licht, het hout, het marmer, de perfecte verhoudingen. En je beseft dat een monument iets is wat je deelt, waar je geen echt eigendomsrecht op hebt. En dat je het moet openstellen. Dat een architect zoiets moois niet heeft gemaakt om verborgen te houden.

En wat zou er mis zijn met 'het volk' te laten beslissen over wat moet worden gerestaureerd? Maai je daarmee het gras weg voor de voeten van de vakspecialisten? Neen toch? De kiezers bepalen enkel 'wat', en de vakspecialisten hebben nog alle ruimte om te bepalen 'hoe' en zullen de winnaar, wie dat ook mag worden, zeker niet in handen laten van een onbekwame restaurateur.

Architectuur is absoluut sexy en daar is niets fout mee, integendeel. De Boekentoren glundert alvast door alle extra nieuwe aandacht en zelf heb ik negenentwintig adressen in Vlaanderen in de GPS gestopt. Voor als er eens tijd is.