Zachtjes maar blijvend werken aan onze hardware

Door Gable Roelofsen, op Sun Apr 08 2018 22:00:00 GMT+0000

Wie bepaalt wat kwaliteit is? In het hele debat rond vernieuwing in de cultuursector is dat een cruciale vraag. De oplossing begint niet per definitie bij verruimde definities van artistieke kwaliteit, maar bij een houding. Een houding van wederkerigheid.

Sommige mensen belichamen ‘het Andere’. Regelmatig ervaren zij dat het ongemak dat hun aanwezigheid veroorzaakt, geneutraliseerd wordt. Een van de manieren waarop dat gebeurt, is door de kwaliteit van hun werk in twijfel te trekken.

Het aloude kwaliteitsbegrip dient dan als afweermechanisme. Als subtiel instrument om veranderingen te vertragen. Om blinde vlekken in stand te houden. Om te reguleren wie wel en wie niet mee mag spelen en spreken. Zeker wanneer de kaarten zich herschikken en er ongemak en kwetsbaarheid heerst, is de kwaliteitsvraag een machtig wapen.

Zo bleef ik onlangs al zappend hangen bij een oudere uitzending van Project Runway, de reality-tv strijd rond fashion design. Ik belandde midden in de beoordeling van het werk van een jonge Afro-Amerikaanse ontwerpster. Het beroemde jurylid Michael Kors (zelf een gevestigd ontwerper) viel haar ontwerp stevig aan.

Geen enkele vrouw, beweerde hij, zou ooit een vleeskleurige bodystocking dragen die verlengd was tot avondjurk. Laat staan dat dit veel te strak op het lijf zittende ontwerp kon doorgaan voor ‘avant-garde’. Dat was immers de opdracht geweest: avant-garde maken. De jonge vrouw reageerde sterk. Ze bleef rechtop staan en zei: ‘Voor mij is dit avant-garde.’ Ze mocht haar boeltje pakken.

Mijn irritatie over dit fragment ging verder dan mijn gewoonlijke verveling bij commerciële televisie. Ze bleef me fascineren, vooral door een aantal belangwekkende verwarringen in deze scène. Allereerst verwonderde mij de stelligheid waarmee deze gevestigde ontwerper concludeerde dat het werk niet goed was. Heel zelfzeker presenteerde hij zijn normen: dat vrouwen geen dingen aantrekken die hun lichaamsvormen zo transparant tonen. Zij zouden ook geen kleren willen dragen die hun huidskleur benadrukt als deel van hun identiteit. Dat alles vond hij - getuige de licht agressieve toon van zijn oordeel - echt een taboe.

Diskwalificeer niet meteen het onbekende

Een weldenkend mens denkt dan direct: met welke vrouwen omringt deze man zich dan? En met welke vrouwen niet? Maar opvallend aan mensen die dit soort uitspraken doen, is dat ze zich vaak niet bewust zijn van de normativiteit die ervan uitgaat. Ze toetsen zelden de impact op hun omgeving van hun dominante wereldbeeld.

Intussen staat Kors’ stelligheid uit 2012 wel flink in z'n hemd. De huidkleurige mode is de laatste paar jaar zo grootschalig doorgebroken dat er nu zelfs een naam voor bestaat: de nude trend. Die illustreert het steeds relevanter wordende gesprek over huidskleur in de mode: inmiddels bestaat er nudemode in alle huidtinten en voeren mode-experts serieuze online discussies over de juiste kleurcontrasten.

Niet toevallig waren het juist vrouwen van kleur die met deze strak afgeklede modetrend trots een ander besef van kleur en lijf tot fashion verhieven. Een onverwacht deel van de straat dicteerde voor even Parijs, toen via Kim Kardashian de nudetrend op de meest iconische wijze tot popcultuur werd gesublimeerd. De high end mengde zich met het perspectief van de grootstad. De reality-ster als scharnierpunt. Ze zit inmiddels al jaren op de eerste rij van de grote fashion-shows.

Boven de materie geen contact

Wie voorbij zijn traditionele smaak een beetje nieuwsgierig aan (pop)cultuuranalyse blijft doen, en een en ander niet te snel diskwalificeert, ziet vanzelf een veranderend kwaliteitsbegrip, waarin steeds meer perspectieven worden ingevouwen. Er begint een ander esthetisch besef te spreken, geworteld in productieve tegenspraak. Dat levert nooit een makkelijk, maar wel een rijker gesprek op.

Ook in de kunsten blijkt nog lang niet iedereen mee. Ik beperk me tot één typerend voorbeeld, maar zo zijn er wel meer te geven, van programmeurs en regisseurs tot artistiek leiders en leden van subsidiecommissies. Een paar jaar geleden zat ik bij een dansvoorstelling op het Holland Festival naast een man die aan het eind niet mee klapte: hij verkoos niet lijfelijk te participeren. Bij het verlaten van Carré vroeg ik hem of hij de voorstelling dan niet mooi had gevonden? ‘Nee’, antwoordde hij. ‘Ik ben hier voor mijn werk. Ik schrijf over deze voorstelling voor de krant.’

Waar deze hele kwaliteitsdiscussie echt om draait: de onwederkerigheid van vele oordelen.

Voor mij was zijn repliek een schoolvoorbeeld van het westerse idee ‘ik ben mijn gedachte’: de weigering om jezelf fysiek te investeren in of over te geven aan de theatrale gebeurtenis omdat je er iets ‘objectiefs’ over moet zeggen, én het geloof dat er überhaupt zoiets mogelijk is als een objectief oordeel. De norm om boven de materie te willen staan, blokkeert vaak onderling contact en begrip.

De reactie van deze recensent heeft voor mij veel gemeen met die van topontwerper Michael Kors. Het gaat mij vooral om hun problematische basishouding, hun gebrek aan zelftwijfel, die leidt tot waar deze hele kwaliteitsdiscussie echt om draait: de onwederkerigheid van hun oordeel.

Wanneer een machtspositie onwederkerig wordt, kan ze schadelijk worden: onnieuwsgierig, star, arrogant en remmend. Wanneer mensen met macht zichzelf boven situaties stellen, doen zij niet alleen individuen onrecht aan, maar ontzeggen ze ook de wereld een volle breedte aan uitingen en perspectieven. In dat licht lijken vele kleine dagelijkse incidenten mij opeens minder onschuldig.

In de grotere populaire cultuur zien we karikaturale verschijningsvormen van een oeroud patriarchaal, misogyn en vaak onbeschaamd racistisch narcisme.

Terwijl deze tijden van technologische disruptie allerlei grenzen openbreken en zoveel meer stemmen doen weerklinken, zetten de powers that be en de powers that were al te vaak hun hakken in het zand om de status quo te bewaken. Terwijl onze traditionele manieren om te wereld te categoriseren steeds meer onder druk komen te staan, zien we in de grotere populaire cultuur in reactie daarop karikaturale verschijningsvormen van een oeroud patriarchaal, misogyn en vaak onbeschaamd racistisch narcisme.

Dat gebeurt niet alleen op het grote politieke wereldtoneel, maar ook in kleinere velden zoals onze eigen cultuursector. Al strookt dat niet met ons zelfbeeld, ook wij hijsen steeds weer mensen op de troon die verdelen en heersen en zich bezondigen aan vormen van machtsvertoon en -misbruik. Die zijn wellicht enigszins subtieler dan in pakweg reality-tv of populistische politiek, maar in de podiumkunsten vechten we evengoed met deze oude demonen.

Aan het werk met ons ongemak

Wat kunnen we doen? Laat ons niet alleen protesteren bij de grote en voor iedereen herkenbare misstanden, maar elkaar ook bevragen op hoe we dagelijks met elkaar omgaan. Het is tijd dat we machtsstijlen de kwaliteitsmaat nemen. Dat we zoeken naar een volwassen omgang met de kwetsbaarheid die we ervaren in veranderende omgevingen, en naar meer genereuze wegen om ‘het andere’ in onze kring op te nemen.

De machthebber die voorbij zijn eigen normativiteit een gelijkwaardig contact aangaat, is voor mij geen zwakke loser, maar juist dapper - zeker wanneer zijn positie op het spel staat en er tijd, geld en bewegingsruimte te verliezen valt.

Het is tijd dat we machtsstijlen de kwaliteitsmaat nemen.

Vanuit dat inzicht heb ik dan ook begrip voor eenieder met macht die zich isoleert van contact. Op kwetsbaarheid rust nu eenmaal zo’n groot taboe dat je snapt dat mensen met macht zich soms terugtrekken. Die reflex hoeft dus zeker geen bewijs te zijn van Trumpiaanse slechtheid. Maar dat ontslaat ons niet van de plicht om elkaar op die schadelijke reflex aan te spreken. Ze zijn namelijk nog met veel te veel: mensen die het belang van fysieke gelijkwaardigheid minimaliseren, die onderweg hun nieuwsgierigheid of zelfkritiek verloren zijn, of die vanuit hun machtspositie wederkerige communicatie afwijzen.

Volgens mij zijn het zulke houdingen die elke diversifiëring afblokken. Zij zorgen ervoor dat vernieuwende initiatieven veilig aan de rand van ons aanbod gehouden worden, als - zoals een collega dat zo scherp noemt - ‘buitenboordmotoren’. Zolang we deze kwestie niet tussen onze oren aanpakken, zal er in de kern weinig veranderen.

We staan vandaag voor een grote culturele omslag. Die zal eruit bestaan dat vele alledaagse micro-beslissingen tegen het licht gehouden moeten worden. Dat we samen met andere stemmen ook een ander kwaliteitsbesef het toneel laten betreden. En hen niet alleen een podium bieden, maar vooral ook macht en beslissingsbevoegdheid.

Diskwalificeer niet meteen het onbekende, indien ‘niet van kwaliteit’.

We moeten onszelf herprogrammeren, met behoud van nieuwsgierigheid én meer oog voor het gevoelsdeel van de dingen. Zij die werken en kijken vanuit een doorleefde ervaring van ‘anderszijn’, voegen aan de geldende machtsverhoudingen niet alleen extra perspectieven toe, maar ook een breder kwaliteitsbegrip.

Voelt u weerstand opkomen, of zelfs een allergische reactie? Doe deze ontwikkelingen niet af als een activistisch project dat moet verdwijnen van de runway. Diskwalificeer niet meteen het onbekende, indien ‘niet van kwaliteit’. Wen eraan dat sommige verschijningen en verschijningsvormen u aan het werk zetten met uw eigen ongemak.

Want dit andere geluid blijft niet langer aan de rand zitten. De zetelverdeling op de front row is onomkeerbaar aan het veranderen. En in het kader van de wederkerige uitwisseling en het contact, stel ik voor dat ook u, meneer of mevrouw de recensent, gewoon klapt na afloop van de voorstelling. Ook al bent u er voor uw werk.


Slotnoot: jezelf op de staart trappen

Kort na het schrijven van bovenstaand stuk wandelde ik in New York langs een gebouw waarop stond: ‘Michael Kors Medical Centre’. Ik heb de ontwerper niet tot een onmens willen bombarderen. Michael Kors had bij dat jurymoment wellicht een blinde vlek, maar is daarmee zeker geen slecht mens. Eén ondoordachte actie die uitsluit, hoeft ons nog niet te diskwalificeren als mens. Ik beschuldig Kors er dan ook niet van een racist te zijn.

De lijn tussen wie rondloopt met kwetsende ideeën en wie niet, loopt niet tussen zwart en wit.

Wel betrap ik mezelf en anderen in mijn omgeving er vaak op dat we, vanuit onze bevoorrechte positie in het leven, dingen missen. Ras speelt daarin vaak op vele onzichtbare wijzen mee. Wie zien we traditioneel als geschikt, machtig, goed of als ‘van kwaliteit’? Zodra de term ras valt, schieten gesprekken snel op slot en gaan mensen in het defensief.

Het is voor ons makkelijker om over racisme te spreken als het een duidelijk fout geval betreft. Neem een extreemrechtse politieagent: die is makkelijk veroordeeld. Maar ook in onze alledaagse omgang spelen ras en afkomst vaak een hele subtiele en onzichtbare rol in ons oordeel over mensen en de kwaliteit die ze bijdragen.

Wat ons op onbewuste niveaus over ras of kleur is geleerd, kent gradaties van erg naar schijnbaar vrij onschuldig. Als we dat hele spectrum op willen ruimen, is het handig om niet te snel overspannen te reageren. We gaan snel in de verdediging omdat we de subtiele uitsluiting van het andere wellicht moeilijk te rijmen vinden met ons zelfbeeld van vriendelijke, progressieve en in wezen goede mensen.

Dus wuiven we zo’n inzicht weg, bagatelliseren we het of lachen we het weg, terwijl het ontmantelen van oude culturele verhoudingen en diepgewortelde gewoontes juist vergt dat we met een koel hoofd en met enige afstand naar moeilijke situaties kijken. Zodat er ruimte komt om door pijnlijke zelfinzichten heen te gaan. Nu blokkeert ons taboe op reflectie over alledaags racisme dat de situatie verbetert.

Wie weet haalt deze gedachte wat druk van de ketel?

De lijn tussen wie rondloopt met kwetsende ideeën en wie niet, loopt niet tussen zwart en wit. Iedereen van elke kleur, leeftijd, geslachtservaring of sociale klasse, heeft heftige dingen aangeleerd gekregen en van onbewust gedrag een gewoonte gemaakt. Er zijn ook mensen van kleur die zich imperiaal gedragen. En er zijn ook witte mensen die hard werken om rare vooroordelen en reflexen bij zichzelf te bevragen en te ontmantelen.

We moeten accepteren dat we er allemaal vaak naast zitten.

‘Jezelf op de staart trappen’ noemt Anousha Nzume dat vrij briljant: jezelf in de dagelijkse omgang betrappen op de ingesleten vooroordelen waar je mee rondloopt. Zwarte mensen kunnen evengoed denken: ‘Die man met die baard bij mij op de Thalys, wat zit er in z’n tas?’ En de modeontwerpster uit Project Runway zou bijvoorbeeld evengoed een sollicitant kunnen weigeren om zijn naam of handicap. En dan op dat oordeel onbewust snel een kwaliteitsargument kunnen plakken, wanneer ze erop wordt aangesproken.

Toen ik onlangs na een bus naar een vliegveld wat IJslandse kronen was kwijtgeraakt, heb ik een minuut gedacht dat die wellicht gestolen waren door de verwarde Roemeense man naast mij. En dat was natuurlijk helemaal niet zo.

We moeten elkaar dus niet voortdurend willen tonen dat we zulke goede mensen zijn op een bepaald onderwerp, maar accepteren dat we er allemaal vaak naast zitten. Op alle onderwerpen waarmee mensen buitengesloten kunnen worden, moeten niet alleen ik, de recensent en Michael Kors aan de bak, maar ook de modeontwerpster, elke programmeur, castingdirector, festivalleider, acteur, danser, marketing medewerker, dramaturg, theaterdirecteur en ook de Roemeense man en Kim Kardashian.

Misschien moeten we vooral die momenten nagaan waarin we het wel erg zeker denken te weten, vanuit wat we als normaal beschouwen. Iedereen moet z’n denken een daily check-up geven. Onze ideeën checken op onze denkpatronen over kleur, geslachtservaring, validiteit, sociale klasse, plek in de podiumkunsten, pikorde.

Dit is waar dekolonisering en verandering beginnen, in onze dagelijkse interacties en besluiten. En dat is dus een dagelijks doen. Niemand snapt het in één keer: één keer ‘iemand anders’ uitnodigen voor een sollicitatie, één keer een themanummer. Dat zijn de aflaten en de buitenboordmotoren. Echt gedeelde kwaliteit komt er pas wanneer ieder op den duur z’n eigen hardware verandert.